Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord fall
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(fall off; tumble down; drop) | ; | |
🔗 The inner scales enlarge when spring growth begins and often become an inch long before they fall. | ||
(drop; lapse) | ; ; | |
🔗 The house must have fallen on her. | ||
(drop; lapse) | ||
(autumn) | ; | |
🔗 Reinking is from Morton, Illinois and is believed to have moved to the Nashville area last fall. | ||
(destruction; doom; downfall; perdition; ruin; wreck) | ||
(decline; going down; regression; retreat; setback) | teruggang | |
🔗 Rand almost fell from surprise. | ||
(come about; happen; occur; take place; be afoot; come on; come to pass; be set; transpire) | ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; | |
fall apart (collapse) | ||
(collapse; disintegrate) | ; | |
🔗 Obviously China doesn’t want Russia to fall apart and in an ideal world would take a stable Putin leadership over anything else. | ||
(drop off to sleep; go to sleep) | ; | |
🔗 In spite of the swaying of the house and the wailing of the wind, Dorothy soon closed her eyes and fell fast asleep. | ||
fall away (lose; lose flesh; lose in weight) | ||
fall back (regress; retrogress) | ; terrein verliezen ; ; | |
(recede; back up; go backward; backspace) | ||
🔗 The third guard fell back, shouting for help. | ||
fall backwards | fali dorsen | |
fall behind | malantaŭiĝi | |
fall ill (be taken ill; take sick; get sick; fall sick) | ziek worden | |
fall in love | verliefd worden | |
fall in love with | enamiĝi al | |
fall into oblivion (pass into silence; sink into oblivion) | ; ; | |
fall off (fall; tumble down; drop) | ||
fall on | vallen op | |
fall short of | te kort schieten in | ekmanki al |
fall short of the mark | ||
fall sick (be taken ill; fall ill; take sick; get sick) | ziek worden | |
🔗 Tam had fallen silent some time before. | ||
fall to | ||
ten offer vallen | viktimiĝi | |
🔗 Theresa May last week became the second British prime minister to fall victim to Brexit. | ||
pride comes before the fall (pride will have a fall) | hoogmoed komt voor de val | fiereco venas antaŭ la falo |
pride will have a fall (pride comes before the fall) | hoogmoed komt voor de val | fiereco venas antaŭ la falo |
downfall (destruction; undoing) | ||
downfall (destruction; doom; fall; perdition; ruin; wreck) | ||
vallend | ||
fall‐out (estate; scrap) | ; | |
(pace; step; footstep) | ||
🔗 As soon as the man’s rapid footfalls faded, Rand slipped out into the corridor, | ||
nightfall (evening twilight) | vallen van de nacht | |
; | ||
🔗 But it must be admitted that this method is not free from pitfalls. | ||
(snowing) | ||
🔗 Heavy snowfall is forecast in the Alps, increasing the risk of avalanches, the ministry warned. | ||
(cascade) |
Engels | Nederlands |
---|---|
fall | ⇆ aanbreken; ⇆ achteruitgaan; ⇆ afnemen; ⇆ afvallen; ⇆ betrekken; ⇆ dalen; ⇆ daling; ⇆ dood; ⇆ flikkeren; ⇆ helling; ⇆ herfst; ⇆ intreden; ⇆ invallen; ⇆ najaar; ⇆ neerkomen; ⇆ neervallen; ⇆ omlaaggaan; ⇆ ondergang; ⇆ ontvallen; ⇆ prijsdaling; ⇆ smakken; ⇆ sneuvelen; ⇆ sodemieteren; ⇆ storten; ⇆ teruggang; ⇆ teruglopen; ⇆ uitvallen; ⇆ val; ⇆ valhoogte; ⇆ vallen; ⇆ verminderen; ⇆ verval; ⇆ vervallen; ⇆ waterval |
all falls on him | ⇆ alles komt op hem neer |
all falls on his shoulders | ⇆ alles komt op hem neer |
as easy as falling from a log | ⇆ doodsimpel |
bring about the fall of | ⇆ doen vallen |
fall among | ⇆ geraken onder |
fall apart | ⇆ uiteenvallen |
fall a prey to | ⇆ ten prooi vallen aan |
fall asleep | ⇆ in slaap vallen; ⇆ inslapen |
fall astern | ⇆ achterblijven |
fall a victim to | ⇆ het slachtoffer worden van; ⇆ slachtoffer worden van; ⇆ ten offer vallen aan; ⇆ ten prooi vallen aan |
fall away | ⇆ achteruitgaan; ⇆ afvallen; ⇆ afvallig worden; ⇆ dalen; ⇆ vervallen |
fall away from | ⇆ afvallen |
fall away from somebody | ⇆ iemand afvallen |
fall back | ⇆ terugdeinzen; ⇆ terugtreden; ⇆ terugtrekken; ⇆ terugvallen; ⇆ terugwijken; ⇆ terugzakken; ⇆ wijken |
fall back on | ⇆ zich terugtrekken op; ⇆ zijn toevlucht nemen tot |
fall backwards | ⇆ achterovervallen |
fall behind | ⇆ achter raken; ⇆ achterblijven; ⇆ achterblijven bij; ⇆ achterop raken; ⇆ ten achter raken; ⇆ verslechten |
fall between two stools | ⇆ tussen de wal en het schip vallen |
fall by the wayside | ⇆ afhaken; ⇆ afvallen; ⇆ het niet kunnen bijbenen |
fall down | ⇆ instorten; ⇆ mislukken; ⇆ neerstorten; ⇆ neervallen; ⇆ omvallen; ⇆ onderuitgaan; ⇆ storten; ⇆ stuiken; ⇆ te kort schieten; ⇆ vallen van |
fall dry | ⇆ droogvallen |
fall due | ⇆ verschijnen; ⇆ vervallen |
fallen of the back of a lorry | ⇆ georganiseerd; ⇆ geritseld; ⇆ van een vrachtwagen gevallen |
fall flat | ⇆ duikelen; ⇆ een duikeling maken; ⇆ een fiasco worden; ⇆ geen opgang maken; ⇆ geen succes hebben; ⇆ mislukken; ⇆ niet inslaan; ⇆ niets uithalen |
fall for | ⇆ geen weerstand kunnen bieden aan; ⇆ weg zijn van; ⇆ zich laten inpalmen door |
fall for somebody | ⇆ verliefd raken op iemand; ⇆ voor iemand vallen |
fall for something | ⇆ ergens in trappen; ⇆ ergens inlopen |
fall forward | ⇆ voorovervallen |
fall foul of | ⇆ aanvallen; ⇆ in aanvaring komen met; ⇆ in botsing komen met; ⇆ te lijf gaan |
fall from | ⇆ afvallig worden van; ⇆ ontvallen; ⇆ scheiden van; ⇆ zich onttrekken aan |
fall from grace | ⇆ uit de gratie raken |
fall greatly short of … | ⇆ ver beneden … blijven |
fall head over heels | ⇆ duikelen; ⇆ een duikeling maken |
fall ill | ⇆ ziek worden |
fall in | ⇆ aantreden; ⇆ instorten; ⇆ invallen; ⇆ plotseling beseffen |
fall in love | ⇆ verliefd worden |
fall in love with | ⇆ verliefd worden op; ⇆ verlieven op |
fall in rank | ⇆ zijn plaats in de gelederen innemen |
fall in temperature | ⇆ afkoeling |
fall into | ⇆ raken in; ⇆ uitlopen in; ⇆ vallen in; ⇆ vervallen in; ⇆ vervallen tot; ⇆ zich storten in |
fall into a rage | ⇆ woedend worden |
fall into a trap | ⇆ er instinken; ⇆ erin vliegen |
fall into decay | ⇆ in verval geraken; ⇆ in verval raken; ⇆ vervallen |
fall into disfavour | ⇆ uit de gunst vallen |
fall into disrepair | ⇆ vervallen |
fall into disrepute | ⇆ een slechte reputatie krijgen; ⇆ in opspraak brengen; ⇆ in opspraak komen |
fall into line | ⇆ aantreden; ⇆ zich aansluiten |
fall into oblivion | ⇆ in de vergetelheid raken; ⇆ in het vergeetboekje raken; ⇆ in vergetelheid geraken; ⇆ in vergetelheid raken |
fall into place | ⇆ duidelijk worden |
fall into step | ⇆ in de pas gaan lopen |
fall into the habit of | ⇆ zich aanwennen; ⇆ zich aanwennen te |
fall into the hands of | ⇆ in handen komen van; ⇆ in handen vallen van |
fall in with | ⇆ aantreffen; ⇆ akkoord gaan met; ⇆ tegen het lijf lopen; ⇆ treden in; ⇆ treffen; ⇆ zich voegen nar |
fall low | ⇆ laag vallen |
fall off | ⇆ achteruitgaan; ⇆ afnemen; ⇆ afvallen; ⇆ afvallig worden; ⇆ dalen; ⇆ minder worden; ⇆ verminderen; ⇆ vervallen; ⇆ wegvallen |
fall on | ⇆ aantreffen; ⇆ aanvallen; ⇆ neerkomen op; ⇆ overvallen; ⇆ stoten op; ⇆ treffen; ⇆ vallen om; ⇆ vallen op |
fall on bad times | ⇆ slechte tijden doormaken |
fall on one’s feet | ⇆ boffen; ⇆ mazzel hebben; ⇆ op zijn pootjes terechtkomen |
fall on one’s legs | ⇆ op zijn pootjes terechtkomen |
fall out | ⇆ in onmin geraken; ⇆ komen te gebeuren; ⇆ kwade vrienden worden; ⇆ onenigheid krijgen; ⇆ ongenoegen krijgen; ⇆ ruzie krijgen; ⇆ uit het gelid treden; ⇆ uittreden; ⇆ uitvallen |
fall out of favour | ⇆ uit de gunst geraken; ⇆ uit de gunst raken |
fall out of favour with | ⇆ in ongenade vallen bij; ⇆ uit de gunst geraken bij; ⇆ uit de gunst raken bij |
fall out of use | ⇆ in onbruik raken |
fall out over | ⇆ ruzie krijgen over |
fall out with | ⇆ mot hebben met; ⇆ onaangenaamheden krijgen met; ⇆ ruzie krijgen met |
fall over | ⇆ omvallen |
fall over backwards | ⇆ achteroverslaan; ⇆ al het mogelijke doen; ⇆ in het andere uiterste vervallen; ⇆ zijn uiterste best doen |
fall over oneself | ⇆ zich uitsloven |
fall prostrate | ⇆ op zijn aangezicht neervallen; ⇆ op zijn aangezicht vallen |
fall short | ⇆ opraken; ⇆ te kort schieten |
fall short of | ⇆ achterblijven bij; ⇆ af zijn van; ⇆ blijven beneden; ⇆ gebrek hebben aan; ⇆ minder zijn dan; ⇆ niet beantwoorden aan; ⇆ te kort komen; ⇆ te kort schieten in |
fall short of the mark | ⇆ te kort schieten |
fall sick | ⇆ ziek worden |
fall silent | ⇆ zwijgen |
fall through | ⇆ afketsen; ⇆ in duigen vallen; ⇆ in het water vallen; ⇆ mislukken; ⇆ vallen |
fall to | ⇆ aanbesterven; ⇆ aanpakken; ⇆ aanvallen; ⇆ te beurt vallen; ⇆ te beurt vallen aan; ⇆ ten deel vallen aan; ⇆ toetasten; ⇆ toevallen; ⇆ toevallen aan; ⇆ vallen aan; ⇆ vervallen; ⇆ vervallen aan |
fall to bits | ⇆ kapotvallen; ⇆ uiteenvallen |
fall to one’s lot | ⇆ te beurt vallen aan; ⇆ ten deel vallen aan |
fall to one’s share | ⇆ te beurt vallen aan; ⇆ ten deel vallen aan |
fall to pieces | ⇆ aan stukken vallen; ⇆ het afleggen; ⇆ in elkaar storten; ⇆ in elkaar vallen; ⇆ in stukken breken; ⇆ kapotvallen; ⇆ mislukken; ⇆ stukgaan; ⇆ stukvallen; ⇆ uit elkaar vallen; ⇆ uiteenvallen |
fall to talking | ⇆ beginnen te praten |
fall to the share of | ⇆ te beurt vallen |
fall under | ⇆ behoren tot; ⇆ ressorteren onder; ⇆ vallen onder |
fall upon | ⇆ aantreffen; ⇆ aanvallen; ⇆ aanvallen op; ⇆ neerkomen op; ⇆ overvallen; ⇆ stoten op; ⇆ treffen; ⇆ vallen om; ⇆ vallen op; ⇆ zich storten op |
fall vacant | ⇆ komen te vaceren; ⇆ openvallen |
fall victim to | ⇆ het slachtoffer worden van; ⇆ slachtoffer worden van; ⇆ ten prooi vallen aan |
fall wind | ⇆ valwind |
fall within | ⇆ vallen binnen; ⇆ vallen onder |
free fall | ⇆ vrije val |
have a fall | ⇆ een val maken |
his eyes fell | ⇆ hij sloeg de ogen neer |
his face fell | ⇆ hij zette een lang gezicht; ⇆ zijn gezicht betrok |
if the sky fall, we shall catch larks | ⇆ als de hemel valt, hebben we allemaal een blauwe hoed |
pride comes before the fall | ⇆ hoogmoed komt voor de val |
pride will have a fall | ⇆ hoogmoed komt voor de val |
ride for a fall | ⇆ zijn ondergang tegemoet snellen |
silence fell | ⇆ het werd stil |
downfall | ⇆ achterúítgang; ⇆ instorting; ⇆ ondergang; ⇆ regenbui; ⇆ val |
falling | ⇆ afval; ⇆ val; ⇆ vallend |
fall‐out | ⇆ fall‐out; ⇆ radioactieve neerslag |
footfall | ⇆ geluid van een voetstap; ⇆ voetstap |
nightfall | ⇆ het vallen van de avond; ⇆ het vallen van de nacht; ⇆ schemering |
outfall | ⇆ afvloeiing; ⇆ afvoerkanaal; ⇆ uitgang; ⇆ uitweg; ⇆ waterlozing |
pitfall | ⇆ val; ⇆ valkuil; ⇆ valstrik |
rainfall | ⇆ regenval |
shortfall | ⇆ deficit; ⇆ tekort |
snowfall | ⇆ sneeuwval |
waterfall | ⇆ waterval |