Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord het afleggen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(afdoen; afzetten; uitdoen; uittrekken);
🔗 Dan werden de maskers afgelegd.
markoti
🔗 De volgende dag legde het leger slechts drie mijlen af.

NederlandsEngels
het afleggen be distanced; be worsted; break down; come a mucker; come to pieces; crack up; die; fall to pieces; fold; fold up; get the worst of it; go down; go to the wall; go under; have the worst of it; lose out
afleggen cover; discard; divest oneself of; do; doff; get over; lay out; leave off; log; make; put off; lay down; take off; lay aside; layer; travel