Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord tekort
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(deficit; kastekort; nadelig saldo) | deficit | |
(gebrek; gemis) | shortage | |
🔗 India heeft een groot tekort aan water. | ||
lack of | manko de | |
🔗 De helft van alle bedrijven had in het derde kwartaal te maken met een tekort aan personeel. | ||
🔗 Het begrotingstekort komt in 2013 naar schatting uit op 4,5 procent, ofwel 28 miljard euro. | ||
(deficit; nadelig saldo; tekort) | deficit | |
public deficit | publika deficito | |
🔗 Hij hoopt daarnee het overheidstekort en het werkloosheidspercentage van 25 procent terug te kunnen dringen. | ||
(voedselgebrek) |
Nederlands | Engels |
---|---|
tekort | ⇆ deficiency; ⇆ deficit; ⇆ gap; ⇆ lack; ⇆ shortage; ⇆ shortfall |
een tekort hebben aan | ⇆ be pushed for; ⇆ lack; ⇆ have a shortage of; ⇆ be short of |
tekort aan | ⇆ lack of; ⇆ shortage of |
begrotingstekort | ⇆ budgetary deficit |
energietekort | ⇆ energy shortage |
financieringstekort | ⇆ deficit; ⇆ budget deficit |
kastekort | ⇆ defalcation; ⇆ deficit; ⇆ deficiency |
overheidstekort | ⇆ public deficit |