Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord betrekken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
occupy | ekloĝi en | |
🔗 En weet u hoe het komt dat u pas om 16:00 uur uw gereserveerde kamer kunt betrekken? | ||
(insluiten) | ; | |
(bewolken) | cloud over | malsereniĝi |
🔗 Zijn metgezel betrok. | ||
(halen) | ||
🔗 Het besturen van de provincies was dikwijls onmogelijk zonder deze mensen erbij te betrekken. | ||
(aanschaffen; afnemen; overnemen; zich aanschaffen) | ; ; take over | |
🔗 En ook zij hebben hun biljetten via u betrokken? | ||
(verwikkelen) | implicate ; involve ; | |
(aanhalen; aantrekken) | ; | altiri |
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok. | ||
(aanlokken; aantrekken) | ; | |
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen) | ||
(tappen; uittrekken) | ; ; | |
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde. | ||
(slepen) | haul ; tow | |
infuziĝi | ||
(buigen; kromtrekken) | ; ; | |
streki | ||
(halen) | ; haul ; ; tug ; ; tow ; | |
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven. | ||
trati | ||
(aftrekken; laten trekken; zetten) | ; | |
🔗 „Het bespaart me in de voeding”, placht zij te zeggen wanneer ze er een voedzaam soepje van trok. | ||
suĉi | ||
🔗 Hij trok aan zijn sigaar. | ||
(migreren) | ||
(bewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen) |
Nederlands | Engels |
---|---|
betrekken | ⇆ become overcast; ⇆ cloud over; ⇆ embroil; ⇆ fall; ⇆ get; ⇆ gloom; ⇆ grow overcast; ⇆ implicate; ⇆ involve; ⇆ move into; ⇆ order; ⇆ take possession of; ⇆ take up |
iemand erin betrekken | ⇆ mix somebody up in it |
iemand in de discussie betrekken | ⇆ bring somebody into the discussion |
iemand in het conflict betrekken | ⇆ draw somebody into the conflict |
iemand in iets betrekken | ⇆ involve somebody in something; ⇆ implicate somebody in something |
trekken | ⇆ attract; ⇆ backpack; ⇆ bob; ⇆ brace; ⇆ derive; ⇆ draught; ⇆ draw; ⇆ drawing; ⇆ educe; ⇆ extract; ⇆ flit; ⇆ force; ⇆ haul; ⇆ hike; ⇆ lug; ⇆ make; ⇆ migrate; ⇆ move; ⇆ permeate; ⇆ pluck; ⇆ pull; ⇆ receipt; ⇆ trek; ⇆ tug; ⇆ tweak; ⇆ twitch; ⇆ rule; ⇆ strain; ⇆ traction; ⇆ go; ⇆ march; ⇆ warp; ⇆ become warped; ⇆ puff; ⇆ wank off; ⇆ jerk off; ⇆ take out; ⇆ tow; ⇆ twist |