Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord over

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(na);
🔗 Over een uur vallen we aan.
(voort; uit); ; ; ; ;
(boven; meer dan; boven de); ;
(aan; aangaande; betreffende; in; met; naar; omtrent; op; van; voor; inzake); ; ; ;
🔗 Hebt u vragen over deze brief?
left
;
left over
;
remaining
🔗 Voor mij bleek er dan niet veel eetbaars meer over te zijn.
(aan; boven); ;
🔗 De zon vlamde over de zee.
(aan de overkant van; over … heen); ;
🔗 Nadenkend tuurde Conan over de zee.
(afgelopen; verleden; voorbij; achter de rug);
🔗 De oefening is over.
(hieraan; hierin; hieromtrent; hierop; hierover)
about this
;
about this subject
pri ĉi tio
🔗 Hier is het laatste woord nog niet over gesproken!
(aan de overkant van; over);
🔗 Een pijl zoemde over Frodo’s hoofd heen.
backward
;
on one’s back
;
dorsen
(daaromtrent; daarop)
about that
🔗 Maar daarover niet getreurd.
(ervan)
about it
pri ĝi
🔗 Mijn zoon is er geweest en heeft mij erover verteld.
(hieromtrent)
about this
;
about this subject
pri ĉi tio
🔗 Hierover kon geen twijfel bestaan.
(overláden)
overburden
;
overload
troŝarĝi
(overláding)
overcharging
;
overburdening
🔗 Bel dan niet onnodig om overbelasting van het net te voorkomen.
overpopulation
overpopulated
;
overcrowded
(overbrengen)
(overspannen)
undue
;
excessive
(buitensporigheid; exces; uitspatting; overmaat)
excess
🔗 En dit is geen overdaad.
(bedenken; nadenken; nadenken over)
ponder
🔗 U kunt nu gaan en overdenken wat ik u gezegd heb.
overdose
trodozo
🔗 Gisteravond heeft ze daar een overdosis van ingenomen.
blatant
🔗 Het was overduidelijk dat hij dood was.
transverse
laŭlarĝa
(doorgang; passage)
passage
transition
servile
troservema
overjoyed
superfeliĉa
obeseness
;
obesity
;
overweight
🔗 Volgens cijfers van het CBS is vijftien procent van de jongeren tussen 2 en 25 jaar te zwaar en kampt drie procent met ernstig overgewicht.
throw again
ĵeti denove
great‐grandparent
great‐grandfather
🔗 Zij houden zich aan dat ouwe spul dat hun grootvaders en overgrootvaders ook altijd zo goed geholpen heeft.
overhang
🔗 Stephens trok zich terug in de schaduw van een overhangende struik en wachtte maar weer af.
(heerlijk; kostelijk)
delicious
🔗 Maar de vruchten waren overheerlijk, vooral één soort dat altijd op tafel kwam, een vlezige vrucht in een driekantige schil, bijzonder smakelijk en daar maakte ik mijn hoofdschotel van.
(shirt; hemd)
interrogate
;
query
; ;
quiz
(behouden; bewaren)
(overblijvend; meerjarig)
(jas)
overcoat
;
greatcoat
🔗 Hij droeg een overjas over zijn arm.
restigi
overflow
superflui
(overgaan); ;
the day after tomorrow
🔗 En mijn schip vertrekt overmorgen.
(oeroud; stokoud)
malnovega
🔗 De Indiërs hebben reeds in overoude tijd tempels en huizen voor apen gebouwd.
mull over
primediti
🔗 Maar hij had geen tijd om het vreemde voorval te overpeinzen.
(transplanteren; verplanten; verpoten)
transplant
transplanti
(overplanten; transplanteren; verplanten; verpoten)
transplant
transplanti
run over
;
run down
🔗 Het konijn was slechts een paar minuten eerder overreden.
(eclipseren; in de schaduw stellen)
eclipse
(beschaduwen)
overshadow
🔗 Een breedgerande hoed overschaduwde het gezicht.
(omschakelen)
commute
; ;
shunt
;
commutate
(belichten; beschijnen)
light up
;
shine upon
;
highlight
prilumi
(in de schaduw stellen; overstralen)
outshine
superbrili
galosh
;
overshoe
🔗 Zou het mogelijk zijn, denk je, een paar overschoenen te pakken te krijgen?
(sparen; uitsparen; uitwinnen; opzij leggen; opsparen)
🔗 Er werd verteld dat zij nogal wat geld had overgespaard.
(echtbreuk)
; ;
transsalti
(overtreffen; te boven gaan)
surpass
🔗 De 39,4 miljoen euro aan uitgaven vorig jaar overstijgen zelfs die van de Britse koninklijke familie.
irradiate
priradii
(in de schaduw stellen; overschijnen)
outshine
superbrili
(inunderen);
inundate
;
overflow
(transfusie toepassen)
transfuse
transfuzi
(uittypen; uittikken)
type out
🔗 De WNT‐informatie was voor de productie van de CD‐rom in India overgetikt door personen die de Nederlandse taal niet machtig waren.
(schenden)
contravene
; ;
🔗 Hij is helemaal de man niet om de wet te overtreden.
(inbreuk maken op)
transgress
;
malobei
(uitbundigheid)
; ;
richness
; ;
(weelderigheid)
superabundance
overvalue
trotaksi
🔗 Hierin overwinteren de larven.
overseas
(overhalen)
(vertalen)
(overbrengen)
(overkant)
opposite side
(aan; jegens; met; tegen; tegen … aan; voor; tegen … in; op); ;
🔗 Hij stond helemaal tegenover het hele dorp.
as regards
;
as to
;
concerning
;
relevantly
; ; ;
🔗 Dat is niet meer dan beleefd tegenover je medemensen, vindt u ook niet?
(in vergelijking met)
(naar voren; voort; vooruit; voorwaarts);
🔗 Hij boog zich voorover en haalde ze uit de zak van het lijk.
(waaromtrent)
whereof
🔗 En waarover zou ik kunnen schrijven?
(waarop)
🔗 Dwazen, keer terug langs de weg waarover jullie zijn gekomen!
🔗 Je herinnert je die zaak waarover ik zoëven heb gesproken?

NederlandsEngels
over about; above; across; along; at; beyond; by; by way of; from now; in; o’er; on; on the subject of; on top of; over; past; upwards of; via; with
over … … from now
hij heeft iets over zich he has certain ways; there is something about him
over hebben have left
over … heen o’er; over the head of; over; on top of; across
achterover backward; backwards; on one’s back
bovenover along the top
daarover thereat; about that; over it; over that; across it; concerning that; on that subject
erover over it; across it; about it
hierover opposite; over the way; on this subject; about this subject; about this
overbekend generally known; notorious
overbelasten overcharge; overload; overweight; surcharge; overburden; overtax
overbelasting overcharge; overload; surcharge
overbeleefd too polite; over‐officious
overbelichten overexpose
overbevolking overpopulation; surplus population; overcrowding
overbevolkt congested; overcrowded; overpopulated
overbezet overcrowded; overstaffed
overbieden outbid; overbid
overbluffen bluff; browbeat
overbóéken overbook
óverboeken transfer
overbruggen bridge; stand astride; span; bridge over; tide over
overbuur opposite neighbour
overcompleet superfluous; surplus
overdaad excess; intemperance; intemperateness; luxury; overabundance; superabundance
overdenken consider; meditate; ponder; revolve; give thought to; think out; meditate on
overdosis overdose
overdrúk too much occupied; overbusy
óverdruk transfer; off‐print; separate; overprint; overpressure
overduidelijk foolproof; very obvious
overdwars across; athwart; transverse; widthways
overgang change; climacteric; descent; devolution; gradation; intermediate; passage; remove; transit; transition; transmigration; change‐over; conversion
overgedienstig obsequious; officious; over‐officious
overgelukkig over‐happy; most happy; overjoyed
overgewicht obeseness; obesity; overweight
overgooien catch; throw around; throw again
overgrootouder great‐grandparent
overgrootvader great‐grandfather
overhaasten hurry
overhaastig hastily; hurried; hurriedly; precipitous; precipitously; rash; over‐hasty; brash; rashly; in a hurry
overhands overhand
overhangen overhang; hang over; incline; beetle
overhebben have left
overheerlijk delicious; exquisite
overhemd shirt
overhevelen transfer; siphon; siphon off; siphon over; relocate
overhoren hear; test
overhouden save; have left
overijverig overzealous
overjarig more than one year old; over a year old; perennial; ageing
overjas greatcoat; overcoat; topcoat
overkalken copy; crib
overkappen roof in
overkluizen vault; overarch
overkoepelen coordinate
overlangs longitudinal; lengthwise; longitudinally
overlaten abandon; leave; resign
overleer upper leather; vamp
overleveren devote; give over; give up; hand down; hand over; pass down; turn over; transmit
overlezen read over; go through
overliggen be on demurrage
overlópen visit to frequently
óverlopen bolt; come over; defect; defection; flow over; go over; overflow; overrun; run over; slop over; spill; spill over
overmatig excessive
overmorgen the day after tomorrow; overmorrow
overnieuw over again; all over again; once more
overoud very old; ancient
overpad footpath
overpakken re‐pack; pack again
overpeinzen chew the cud; cogitate; contemplate; mull over; muse on; ruminate; ruminate over; meditate; reflect upon
overpennen copy; crib
overplakken paper over
overplanten transplant
overprikkelen over‐excite
overproductie overproduction
overríjden run down; run over
overschaduwen dim; efface; obscure; overshadow; upstage; shadow; shade; throw into the shade; eclipse
overschakelen change gear; change over; switch over; turn over
overschenken decant; pour over
overscheppen scoop; ladle
óverschilderen repaint; paint over
overschílderen paint out
overschoen galosh; gumshoe; overshoe
oversparen save; lay aside
overspel adultery; fornication; misconduct
overspringen leap over; jump over
overstappen change; change trains; transfer; change into another train
overstijgen cut across; surpass; go beyond
óverstromen overflow; slop over
overstrómen deluge; drown; flood; inundate; overrun; submerge; swamp; overflow; glut
óversturen send; forward; dispatch; transmit; remit
overstúren oversteer
overtappen transfer from one cask to another
overtellen count again; recount
overtikken type out
overtreden break; break through; contravene; disobey; infringe; infringe upon; offend against; transgress
overtypen type out
overuren overhours; overtime; hours of overtime
overvaart crossing; passage
overvallen beset; descend to; descend upon; fall on; fall upon; hold up; overtake; stick up; turn over; catch unawares; take unawares; raid; assault; take by surprise; surprise
óvervaren ferry; cross; cross over; take across
oververhitten overheat; superheat
oververmoeidheid over‐fatigued
oververven redye; paint over; repaint
oververzadigdheid satiety
oververzadiging glut; supersaturation; surfeit; satiation
overvliegen fly over; fly across
overvloed abundance; affluence; amplitude; copiousness; exuberance; flow; opulence; opulency; plenitude; plenty; plethora; profuseness; profusion; redundance; redundancy; richness; superabundance; wealth; sea; superfluity
overvloeien abound; bubble; flow; overflow; run over; teem
overvoeding overfeeding
overvóéren congest; glut; overstock; flood
óvervoeren carry over; transport
overvragen overcharge; put it on; surcharge; ask too much
overwaarde surplus value
overwaarderen overvalue
overwaardering overvaluation
overwelven roof; arch; canopy; overarch; vault
overwerk overtime; overtime work; extra work; overwork
overwerkt overworked; stale
overwinst excess profit; surplus profit
overwinteren winter; hibernate
overwippen pop across; pop over
overzees sea‐borne; oversea; overseas
overzeilen sail over; sail across; sail
overzetten ferriage; ferry; put across; translate; take across; turn; ferry over
óverzien look over; go through; rake around; rake through; review
overzij opposite side; other side
overzijde opposite side; other side
rechtover just opposite
tegenover against; as contrasted with; as distinct from; as distinguished from; as opposed to; by; in face of; in opposition to; in the case of; opposite; opposite to; over against; toward; towards; vis‐à‐vis; in front of; to; facing; with
voorover forward; forwards; head first; head foremost; bending forward; face down
waarover whereat; that … about; across which; about which