Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord send
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(transmit; remit; submit) | ; | |
🔗 At half past nine that night, Tom and Sid were sent to bed as usual. | ||
; | ||
🔗 Do you really want something sent to the Ukraine right now? | ||
; ; | ||
(dismiss; turn away; deport) | ||
🔗 I will send you away, and that will be the end of it, for ever. | ||
send back (relay; resend) | resendi | |
send for (get; bring; fetch) | ; | |
(summon) | ||
🔗 That’s why I had to send for you. | ||
(dispatch; ship; consign; forward) | ; | |
🔗 We took out the shot and sent it off for analysis and 99% of the ammunition we extracted was lead | ||
send on | sendi pluen | |
send on | ; | |
send on | ; | |
resend (relay; send back) | ; ; ; ; ; | resendi |
Engels | Nederlands |
---|---|
send | afzenden; doen; doorverwijzen; expediëren; golfbeweging; gooien; in extase brengen; jagen; maken; meeslepen; overmaken; óversturen; overzenden; schieten; slaan; sturen; stuwkracht; toesturen; toezenden; trappen; uitsturen; uitzenden; versturen; verzenden; zenden |
send after | nazenden |
send away | wegzenden |
send away for | bestellen |
send back | terugzenden |
send by registered post | aangetekend verzenden |
send down | naar beneden doen gaan; naar beneden zenden |
send for | bestellen; laten halen; laten komen; ontbieden; roepen; zenden om |
send for somebody | iemand laten opdraven |
send forth | afgeven; krijgen; uitzenden; verspreiden |
send from pillar to post | van het kastje naar de muur sturen |
send in | afgeven; inleveren; insturen; inzenden; inzetten |
send in one’s name | zich laten aandienen; zich laten aanmelden |
send off | afzenden; uit het veld sturen; uitgeleide doen; versturen; verzenden; wegzenden |
send off for | bestellen |
send on | doorsturen; doorzenden; opsturen |
send on after | nazenden |
send out | krijgen; rondzenden; uitsturen; uitzenden; verspreiden; zenden |
send round | laten circuleren; laten rondgaan; rondzenden |
send somebody about his business | iemand afpoeieren; iemand afschepen; iemand de laan uitsturen |
send somebody for something | iemand om iets sturen |
send somebody off the field | iemand het veld uit sturen |
send somebody something | iemand iets doen toekomen |
send somebody sprawling | iemand tegen de grond slaan |
send to the bottom | doen zinken |
send up | lanceren; naar boven zenden; opjagen; opvijzelen; parodiëren; persifleren; voor de gek houden |
send word | bericht sturen; bericht zenden; berichten; een boodschap sturen |
godsend | buitenkansje; godsgeschenk; meevaller; onverwacht geluk |
sending | afzending; toezending; verzending |
send‐off | <attentie of huldiging bij iemands vertrek> |