Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord defect

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
defect (damage; flaw; harm; hurt; impairment; imperfection)	defect ; gebrek	difekto
defect	deserteren	dizerti
defect (flaw; imperfection)	fout ; gebrek	neperfektaĵo
defect (deficiency; flaw; shortcoming; lack)	mankement	manko
defection (apostasy)	afval ; ontrouw	malfideliĝo
defection	desertie	dizerto

Engels	Nederlands
defect	⇆ afvallen; ⇆ defect; ⇆ fout; ⇆ gebrek; ⇆ mankement; ⇆ ontrouw worden; ⇆ óverlopen
bodily defect	⇆ lichaamsgebrek
cardiac defect	⇆ hartgebrek
defect from	⇆ afvallen van; ⇆ ontrouw worden aan
defect to	⇆ overlopen naar
speech defect	⇆ spraakgebrek
defection	⇆ afval; ⇆ afvalligheid; ⇆ ontrouw; ⇆ óverlopen