Informatie over het woord óverboeken (Nederlands → Esperanto: transigi)

Synoniemen: overbrengen, overzetten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈovərbukə(n)/
Afbrekingover·boe·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) boek over(ik) boekte over
(jij) boekt over(jij) boekte over
(hij) boekt over(hij) boekte over
(wij) boeken over(wij) boekten over
(jullie) boeken over(jullie) boekten over
(gij) boekt over(gij) boektet over
(zij) boeken over(zij) boekten over
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overboeke(dat ik) overboekte
(dat jij) overboeke(dat jij) overboekte
(dat hij) overboeke(dat hij) overboekte
(dat wij) overboeken(dat wij) overboekten
(dat jullie) overboeken(dat jullie) overboekten
(dat gij) overboeket(dat gij) overboektet
(dat zij) overboeken(dat zij) overboekten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
boek overboekt over
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overboekend, overboekende(hebben) overgeboekt