Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord star turn
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Are not the stars beautiful? | ||
🔗 When you’re a star, they let you do it. | ||
(sideral; of a star; stellar; starry) | stellair ; sterre‐ ; sterren‐ | stela |
(heavenly body; celestial body) | ||
🔗 We were led by a star. | ||
(diverge) | ||
(aberrate; deviate) | ||
(invert; reverse) | ||
(turn over; upset; capsize; overturn; subvert; up‐end) | ; | |
torni | ||
(turn around; turn round; revolve; whirl) | ; ; | |
(revolution; rotation; stroke; swirl; vortex; wriggle; whirl) | ; ; ; ; zwenking | |
(fasten; tighten; turn on) | turni plipreme | |
(turn around; turn back; turn round; recourse; resort; wheel; whirl; apply) | ; ; ; ; ; | |
🔗 The man turned and went out. | ||
(revolution; stroke) | ; ; ; ; zwenking | |
reversi | ||
(change; alter; convert; shift) | ||
(innings) | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
star turn | ⇆ gastrol |
star | ⇆ als ster laten optreden; ⇆ als ster optreden; ⇆ eersterangs; ⇆ gesternte; ⇆ kol; ⇆ met een sterretje merken; ⇆ met sterren versieren; ⇆ star; ⇆ ster; ⇆ sterretje; ⇆ topartiest; ⇆ vedette |
turn | ⇆ aandraaien; ⇆ aanleg; ⇆ aard; ⇆ afslaan; ⇆ afwenden; ⇆ bederven; ⇆ behoefte; ⇆ beurt; ⇆ bocht; ⇆ dienst; ⇆ doel; ⇆ doen draaien; ⇆ doen gisten; ⇆ doen keren; ⇆ doen omkeren; ⇆ doen schiften; ⇆ doen wentelen; ⇆ doen worden; ⇆ doorslag; ⇆ draai; ⇆ draaien; ⇆ draaien aan; ⇆ draaiing; ⇆ dubbelslag; ⇆ een andere wending geven aan; ⇆ een keer nemen; ⇆ gisten; ⇆ herscheppen; ⇆ keer; ⇆ keerpunt; ⇆ kenteren; ⇆ kentering; ⇆ keren; ⇆ kromming; ⇆ maken; ⇆ nummer; ⇆ omdraai; ⇆ omdraaien; ⇆ omgaan; ⇆ omkeren; ⇆ omkering; ⇆ omleggen; ⇆ ommekeer; ⇆ ommetje; ⇆ omslaan; ⇆ omtrekken; ⇆ omwenden; ⇆ omwenteling; ⇆ op de vlucht drijven; ⇆ op de vlucht jagen; ⇆ opendraaien; ⇆ overzetten; ⇆ richten; ⇆ richting; ⇆ ronddraaien; ⇆ schiften; ⇆ schok; ⇆ slag; ⇆ soort; ⇆ sturen; ⇆ toer; ⇆ toerbeurt; ⇆ toertje; ⇆ veranderen; ⇆ verleggen; ⇆ vertalen; ⇆ verzetten; ⇆ verzuren; ⇆ wandelingetje; ⇆ wegsturen; ⇆ wenden; ⇆ wending; ⇆ winding; ⇆ wisseling; ⇆ worden; ⇆ zich draaien; ⇆ zich keren; ⇆ zich omdraaien; ⇆ zich omkeren; ⇆ zich omwenden; ⇆ zich richten; ⇆ zich wenden; ⇆ zuur doen worden; ⇆ zuur worden; ⇆ zwenking; ⇆ ómwoelen; ⇆ ómzetten |