Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord schok

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(botsing; stoot)
collision
🔗 Toen kreeg ze een schok.
earthquake shock
;
earth tremor
🔗 In de provincie Groningen zijn donderdag rond middernacht twee aardschokken geweest.
schokbreker
(schokdemper)
shock‐absorber
jerk
;
jolt
;
ekskui
🔗 Wat hij daar zag schokte hem hevig, dat was duidelijk.
(schudden);
(aanstoot geven; choqueren)
ŝoki
🔗 De burgemeester was natuurlijk erg geschokt.

NederlandsEngels
schok brunt; bump; concussion; convulsion; crush; impact; jar; jerk; jolt; percussion; shake; shock; thrill; turn
een schok teweegbrengen cause a great upheaval
elektrische schok electric shock
met een schok wakker worden wake up with a start; awake with a start
aardschok earth tremor; earthquake shock
cultuurschok culture shock
naschok aftershock
schokbehandeling shock treatment
schokbeton vibrated concrete
schokbreker shock‐breaker; shock‐absorber; snubber; damper
schokbuis fuse; percussion fuse
schokeffect shock effect
schokken concuss; convulse; jerk; jiggle; joggle; jolt; jounce; shake; shatter; shock; fork out; shell out; cough up
schokschouderen shrug one’s shoulders
schoksgewijs by jerks; by fits and starts; intermittently
schoktherapie shock therapy
schokvrij shock‐proof