Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord shock‐proof

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(token; evidence)
🔗 What proof do you have, Talene?
(shake; agitate; rock)
(appal; horrify)
aanstoot geven
; ;
ŝoki
🔗 I was shocked.
🔗 The shock to our economy would be felt by generations to come.

EngelsNederlands
shock‐proof onverstoorbaar; schokbestendig; schokvrij
proof beproefd; bestand; bewijs; blijk; drukproef; gehalte; ondoordringbaar maken; proef; proefdruk; proefvel; staaltje; sterktegraad; vuurvast maken; waterdicht maken
shock aan hokken zetten; aan stuiken zetten; aanstoot geven; bos; botsing; choqueren; een schok geven; ergeren; hok; ontzetten; pruik; schok; schokken; schrik; shock; slag; stoten; stuik; stuiten; traumatiseren