Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord make water
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
make water (leak) | ||
make water (urinate; piss; pee; wee‐wee) | een plas doen ; ; | |
(bear down) | ; ; | |
(form) | ; | |
(cause; get; have; bring) | ; ; | |
🔗 Make them think I’m dangerous. | ||
(fabricate; manufacture; concoct) | ||
🔗 About 15 billion condoms are made every year and used by about 750 million people. | ||
; | ||
(render) | ||
(accrue) | ||
🔗 This means the planet is warm enough for water to be present on its surface. | ||
(irrigate) | ; ; ; ; water geven | |
(sprinkle; spatter) | ; | |
; | priverŝi | |
ŝprucakvumi | ||
(of water; watery) | ; waterhoudend ; | |
(drink) | ||
🔗 At the base of each mountain range, on the inner side of the triangle, ran a stream of water. | ||
🔗 Drink a little water. |
Engels | Nederlands |
---|---|
make water | ⇆ een plas doen; ⇆ lek zijn; ⇆ plassen; ⇆ urineren; ⇆ water binnenkrijgen; ⇆ wateren; ⇆ water inkrijgen; ⇆ water maken |
make | ⇆ aanbrengen; ⇆ aanleggen; ⇆ aanmaken; ⇆ afleggen; ⇆ afsluiten; ⇆ begaan; ⇆ beramen; ⇆ bereiken; ⇆ bijzetten; ⇆ binden; ⇆ binnenvaren; ⇆ brengen; ⇆ doen; ⇆ doen verrichten; ⇆ fabricaat; ⇆ fabrieken; ⇆ fatsoen; ⇆ halen; ⇆ houden; ⇆ in zicht krijgen; ⇆ indienen; ⇆ inwinnen; ⇆ knopen; ⇆ laten; ⇆ leveren; ⇆ lijden; ⇆ maaksel; ⇆ makelij; ⇆ maken; ⇆ merk; ⇆ nemen; ⇆ opmaken; ⇆ scheppen; ⇆ schudden; ⇆ sluiten; ⇆ stellen; ⇆ treffen; ⇆ trekken; ⇆ verdienen; ⇆ verrichten; ⇆ versieren; ⇆ vervaardigen; ⇆ verwerken; ⇆ vlechten; ⇆ voeren; ⇆ vormen; ⇆ zetten; ⇆ zich begeven |
water | ⇆ aanlengen met water; ⇆ begieten; ⇆ bespoelen; ⇆ besproeien; ⇆ bewateren; ⇆ drenken; ⇆ in de week leggen; ⇆ lopen; ⇆ majem; ⇆ plas; ⇆ sproeien; ⇆ tranen; ⇆ van water voorzien; ⇆ verwateren; ⇆ vruchtwater; ⇆ water; ⇆ water geven; ⇆ water innemen; ⇆ wateren |