Informatie over het woord make (Engels → Esperanto: igi)

Synoniemen: cause, get, have, bring

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/meɪ̯k/
Afbrekingmake
Shaw‐alfabet𐑥𐑱𐑒
Deseret‐alfabet𐑋𐐩𐐿

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) make(I) made
(thou) makest(thou) madest
(he) makes, maketh(he) made
(we) make(we) made
(you) make(you) made
(they) make(they) made
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) make (I) made
(thou) make(thou) made
(he) make(he) made
(we) make(we) made
(you) make(you) made
(they) make(they) made
Gebiedende wijs
make
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
makingmade

Voorbeelden van gebruik

Then we’ll make you understand!
You make me laugh so that I can hardly hold you!
Make them think I’m dangerous.

Vertalingen

Catalaanscausar
Duitsmachen; veranlassen
Esperantoigi
Faeröersfáa at; gera; lata
Finstehdä
Fransfaire
Jamaicaans Creoolsmek
Nederlandsdoen; laten; maken
Poolsczynić czymś; skłaniać do czegoś
Saterfriesdwo; dwo läite; feranlasje; läite; moakje
Spaanscausar
Swahili‐tia
Thaisให้
Tsjechischvyvolat; způsobit
Westerlauwers Friesmeitsje