Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord stellen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(opmaken; opstellen; stileren)
edit
;
draw up
; ;
(aannemen; menen; onderstellen; vermoeden; veronderstellen)
🔗 Stel dat ik het dubbele verdiende van wat ik nu verdien.
(gelijkzetten; rechtzetten)
(opslaan; zetten)
(poneren)
🔗 Kiëv stelt dat Rusland de hand heeft in de protesten.
(doen; afsluiten; sluiten);
🔗 Hij is niet iemand aan wie je vragen stelt.
(leggen);
(zich interesseren voor)
be interested in
;
take an interest in
interesiĝi pri
🔗 In uw opmerkingen stelt niemand belang.
ask a question
🔗 Hij begon vragen te stellen.
in de schaduw stellen
(eclipseren; overschaduwen)
eclipse
;
in de schaduw stellen
outshine
superbrili
(op het spel zetten; riskeren; wagen)
hazard
🔗 U moet uw leven niet voor ons in de waagschaal stellen.
(op de hoogte brengen); ; ; ; ;
notify
; ;
make known
🔗 En dat alles is geschied zonder dat ik ervan in kennis ben gesteld?
🔗 Hij richtte zich fier op en trok zijn jas recht, terwijl de fotograaf het beeld scherp stelde.
stellende trap
positive
te boek stellen
(aantekenen; opschrijven; optekenen)
make a note
; ;
take down
zich aanstellen
attitudinize
;
🔗 Ik dood wie ik wil en niemand durft zich te weer te stellen.
(benoemen)
🔗 Een door Rusland aangestelde burgemeester is zondag gewond geraakt bij een explosie.
subordinate
malpreferi
neglect
;
(instellen; verstellen)
(rechtzetten)
(fijn afstellen)
alĝustigeti
;
expose
🔗 Vermijd een nat gat op school en bedek je zadel wanneer je fiets is blootgesteld aan de regen.
; ; ; ; ;
quiten
;
tranquillize
;
assuage
;
relieve
🔗 Doch George stelde haar gerust.
(beter worden; genezen)
🔗 Twee van de drie herstelden, de derde stierf.
(verhelpen)
repair
;
(bekomen)
(maken; repareren; verhelpen; verstellen)
repair
;
🔗 Abel is bezig de auto van die vreemdeling te herstellen.
restore
restarigi
(repareren)
repair
senpaneigi
(focusseren)
(afstellen; verstellen)
(maken); ; ;
engender
;
provoke
🔗 Ik heb dat voorschrift niet ingesteld, maar ik word wel geacht het uit te voeren.
(onthutsen; ontzetten; verbluffen);
dismay
; ; ;
disconcert
;
startle
🔗 Deze woorden ontstelden Tom Poes, dat valt te begrijpen.
(opendoen; openen; openmaken; openslaan; aanbreken)
🔗 Het Franse leger heeft dinsdag de grens tussen Algerië en Marokko opengesteld.
(opmaken; redigeren; stellen; stileren)
draw up
;
put in a row
(regelen; in orde maken)
🔗 Ik heb geen val opgesteld in kamer negen.
(compileren)
(componeren)
compose
put together
;
compose
kunmeti
(hoop; partij; set; troep; verzameling; reut)
🔗 Wie is het opperhoofd van dit weerzinwekkende stel?
(duo; paar; tweetal);
(troep)
(set)
outfit
; ;
(duo; paar; span; tweetal);
🔗 Premier Mark Rutte (VVD) heeft een brief aan de president van Jemen gestuurd over het in het Arabische land ontvoerde Nederlandse stel.
stelkunde
(algebra)
steller
editor
(dissertatie; proefschrift; these; thesis)
thesis
(theorema)
theorem
carpentry
;
cross‐beams
proposition
(steiger; stellage)
scaffolding
🔗 Naomi rukte zich los uit zijn greep en struikelde met zwaaiende armen opzij tegen een van de hoge stellingen.
(positie)
🔗 Ik breng mijn manschappen in positie en val de vijandelijke stelling aan.
(depot)
(grondregel; spreuk)
maxim
;
precept
🔗 Madouc, heb je deze nieuwe stelregel begrepen?
(omgekeerd)
reverse
;
contrary
(strijdig; tegenstrijdig; tegenoverliggend)
contrary
; ;
(tegenovergesteld; tegenstrijdig)
contrary
;
🔗 Op Fix had de storm een tegengestelde uitwerking.
🔗 Ze werden niet teleurgesteld.
(tegenvallen)
(exposeren)
🔗 Het is verboden de tentoongestelde voorwerpen aan te raken!
(executeren; ter dood brengen)
🔗 Voor die daad worden ze morgen terechtgesteld.
(tevreden stellen; voldoen)
content
🔗 Skogel, niet geheel tevredengesteld, nam de draad van zijn betoog weer op.
(aannemen; huren; in dienst nemen);
engage
put to work
laborigi
(aanhouden; verdagen; verschuiven); ; ; ;
procrastinate
;
shelve
;
🔗 Ik stel mijn oordeel uit.
(constateren)
ascertain
;
🔗 Zijn tijd was hier verspild, zoals hij later vaststelde.
(determineren; bepalen); ; ;
🔗 De datum van vertrek werd ten slotte vastgesteld.
(afstellen; instellen)
(boeten; flikken; lappen; oplappen; stoppen)
mend
;
🔗 Anderen weer hielden zich nuttig bezig met het verstellen van hun kleren.
(herstellen; maken; repareren)
repair
;
premise
premisi
(afbeelden; uitbeelden; verbeelden)
represent
(aanbieden; bieden; doen; indienen; presenteren; vertonen; brengen); ;
represent
🔗 Mag ik mij voorstellen?
(bieden; voorslaan); ;
propound
🔗 Heel goed, ik zal doen wat u voorstelt.
vraagsteller
(vrager)
inquirer
;
(ontslaan)
exempt
sendevigi

NederlandsEngels
stellen adjust; compose; contrast; fix; interpose; lay down; make; place; pose; put; run; set; state; suppose; tune; tune up
achterstellen bij postpone to; neglect for; subordinate to
belang stellen in be concerned about; interest oneself in; take an interest in; be interested in
buiten gevecht stellen disable; knock out; lay out; spike the guns of; put out of action
een vraag stellen ask a question
het goed kunnen stellen be in easy circumstances
het kunnen stellen zonder be able to do without
iemand voor de keus stellen put somebody for the choice
iemand voor een voldongen feit stellen present somebody with an accomplished fact
in bedrijf stellen put into operation
in de schaduw stellen dwarf; eclipse; efface; extinguish; overshadow; put in the shade; put into the shade; throw into the shade
in de waagschaal stellen hazard; jeopardize; stake
in kennis stellen acquaint
prijs stellen op set store by; place value on; put value on; value; appreciate; be anxious to
scherp stellen arm
stellende trap positive; positive degree
strafbaar stellen penalize; make punishable
te boek stellen set down; record
ter zijde stellen override; post off; waive; put on one side
vragen stellen ask questions
zich aanstellen pose; act the fool; attitudinize; carry on; ham; ham up; make an exhibition of oneself; play the fool; posture; sham; show off
zich iets tot plicht stellen make it one’s duty to
zich iets tot taak stellen set oneself the task do something; make it one’s task to do something
zich stellen put oneself
zich ten doel stellen set out to; make it one’s object to
zich te weer stellen put up a fight
aanstellen appoint; commission; constitute; institute; ordain; put in; set up
achterstellen postpone; subordinate; discriminate; discriminate against; slight
afstellen adjust
bijstellen adjust; readjust; tweak
blootstellen expose; exposure; subject
gelijkstellen assimilate; coordinate; equalize; equate; even; identify; compare; put on a level; put on a par
geruststellen ease; reassure; satisfy
herstellen correct; make amends; mend; re‐establish; recover; recuperate; redintegrate; redress; refit; rehabilitate; remedy; repair; restore; retrieve; put right; put to rights; set to rights; right; put straight; set right; make good; reinstate
instellen adjust; constitute; establish; focus; gear; institute; ordain; reset; set up
ontstellen alarm; appal; disconcert; flummox; startle; frighten; dismay; stun; be startled; become alarmed
openstellen open; throw open
opstellen align; array; compose; deploy; draught; draw out; draw up; erect; frame; indite; line up; make up; marshal; mount; pitch; plant; play; put up; range; rank; redact; stand; run up; set up; post
samenstellen add together; compile; compose; compound; constitute; empanel; frame; make up; put together; synthesize
stel battery; bunch; crowd; lot; match; outfit; pair; unit; set; suit; couple
stelkunde algebra
steller writer; author
stelling gantry; position; proposition; theorem; thesis; stand; scaffolding
stelplaats depot
stelregel maxim; precept
stelschroef levelling‐screw; regulating‐screw; adjustment screw; set screw; setting screw; adjusting screw
tegengesteld adverse; contrary; counter; opposing; opposite; reverse
tegenoverstellen set against
teleurstellen balk; dash; disappoint; disappointment; dissatisfy; fail; frustrate; let down
tentoonstellen exhibit; expose; show; sport
terechtstellen execute
terhandstelling handing over; delivery
tevredenstellen content
tewerkstellen employ; engage
uitstellen adjourn; defer; delay; hold off; hold over; post off; postpone; procrastinate; prorogue; put off; remit; retard; shelve
vaststellen appoint; ascertain; assess; assign; constitute; determine; diagnose; enact; establish; fix; lay down; schedule; set; settle; draw up; state
verstellen adjust; mend; repair; patch
vooropstellen premise; point out
voorstellen be representative of; describe; image; impersonate; introduce; introduction; move; move for; personate; present; propose; propound; put; represent; suggest
vraagsteller questioner
vraagstelling phrasing; presentation of a question
vragensteller inquirer; querist; questioner
vrijstellen dispense; excuse; exempt