Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord make a point
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bear down) | ; ; | |
(form) | ; | |
(cause; get; have; bring) | ; ; | |
🔗 Make them think I’m dangerous. | ||
(fabricate; manufacture; concoct) | ||
🔗 About 15 billion condoms are made every year and used by about 750 million people. | ||
; | ||
(render) | ||
(accrue) | ||
🔗 T’sais dropped the point of her sword to the ground. | ||
(mark) | ||
🔗 His approval rating in Iowa has dropped a staggering 21 points since he took office. | ||
(count) | ||
🔗 The first two points are of little importance. | ||
🔗 At that point it will be hard not to ask the question: What on earth has all this been for? | ||
(dot; period; spot; locus; moment; full stop; stop) | ; ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
make a point | ⇆ een bewering bewijzen |
make | ⇆ aanbrengen; ⇆ aanleggen; ⇆ aanmaken; ⇆ afleggen; ⇆ afsluiten; ⇆ begaan; ⇆ beramen; ⇆ bereiken; ⇆ bijzetten; ⇆ binden; ⇆ binnenvaren; ⇆ brengen; ⇆ doen; ⇆ doen verrichten; ⇆ fabricaat; ⇆ fabrieken; ⇆ fatsoen; ⇆ halen; ⇆ houden; ⇆ in zicht krijgen; ⇆ indienen; ⇆ inwinnen; ⇆ knopen; ⇆ laten; ⇆ leveren; ⇆ lijden; ⇆ maaksel; ⇆ makelij; ⇆ maken; ⇆ merk; ⇆ nemen; ⇆ opmaken; ⇆ scheppen; ⇆ schudden; ⇆ sluiten; ⇆ stellen; ⇆ treffen; ⇆ trekken; ⇆ verdienen; ⇆ verrichten; ⇆ versieren; ⇆ vervaardigen; ⇆ verwerken; ⇆ vlechten; ⇆ voeren; ⇆ vormen; ⇆ zetten; ⇆ zich begeven |
point | ⇆ aanleggen; ⇆ aanpunten; ⇆ duiden; ⇆ een punt maken aan; ⇆ etsnaald; ⇆ geweitak; ⇆ interpungeren; ⇆ landpunt; ⇆ naald; ⇆ naaldkant; ⇆ onderstrepen; ⇆ oog; ⇆ op treffende wijze illustreren; ⇆ pointe; ⇆ punt; ⇆ punten; ⇆ puntje; ⇆ richten; ⇆ scherpen; ⇆ spits; ⇆ spitsen; ⇆ staan; ⇆ stift; ⇆ stip; ⇆ stippen; ⇆ stopcontact; ⇆ streek; ⇆ tak; ⇆ van punten voorzien; ⇆ voegen; ⇆ wijzen; ⇆ wijzen met |