Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord theatre‐goer
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 He looked over his shoulder, then went to the back wall. | ||
(ride; travel; drive) | ||
(be going to; will; shall) | <futura helpverbo> | |
(wend) | ||
🔗 Where do we go to now? | ||
; | ||
🔗 A Russian actress has been killed in a Ukrainian strike while giving a performance to troops, according to her theatre. | ||
(histrionism) | ; | |
(acting; performance; theatrics) | ||
🔗 China’s defence of Muslims is nothing more than theatre. |
Engels | Nederlands |
---|---|
theatre‐goer | ⇆ schouwburgbezoeker |
go | ⇆ aanval; ⇆ afgaan; ⇆ aflopen; ⇆ behoren; ⇆ beurt; ⇆ bezwijken; ⇆ blijven; ⇆ doodgaan; ⇆ elan; ⇆ eraan moeten geloven; ⇆ fut; ⇆ gaan; ⇆ gang; ⇆ gangbaar zijn; ⇆ heengaan; ⇆ horen; ⇆ hup; ⇆ keer; ⇆ lopen; ⇆ luiden; ⇆ mode; ⇆ opraken; ⇆ opstappen; ⇆ overgaan; ⇆ poging; ⇆ reiken; ⇆ stuk gaan; ⇆ thuishoren; ⇆ tijgen; ⇆ trekken; ⇆ uitvallen; ⇆ vaart; ⇆ verdwijnen; ⇆ verstrijken; ⇆ wegraken; ⇆ worden; ⇆ zich voltrekken; ⇆ zijn |
goer | ⇆ bezoeker; ⇆ hardloper; ⇆ liefhebber; ⇆ loper |
theatre | ⇆ gehoorzaal; ⇆ komedie; ⇆ operatiezaal; ⇆ schouwburg; ⇆ schouwtoneel; ⇆ strijdgebied; ⇆ strijdtoneel; ⇆ theater; ⇆ toneel |