Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord bind
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
(join; tie; tie up; associate; fasten; link; band; belay) | ; ; | |
(fetter; shackle; chain) | ; ; ; ; | |
(seize; seize up) | rajpi | |
bear‐bind (black bindweed; wild buckwheat; bind‐corn; climbing buckwheat; corn bindweed; devil’s tether) | ||
bind‐corn (black bindweed; wild buckwheat; climbing buckwheat; corn bindweed; devil’s tether) | ||
binding (strip; tape; band) | ||
binding (cover) | ||
binding (cover) | ; | |
binding (compulsory; mandatory; obligatory; required; requisite) | ; verbindend ; verplichtend | |
bind‐twine | ||
(false bindweed) | ; | |
(field bindweed; convolvulus; morning glory) | ||
(neighbour) | ||
(spring) | ||
🔗 Mazirian in his Live Boots bounded with great speed through the forest, yet the black horse, running with no strain, stayed easily ahead. | ||
corn‐bind (black bindweed; wild buckwheat; bind‐corn; climbing buckwheat; corn bindweed; devil’s tether) |
Engels | Nederlands |
---|---|
bind | ⇆ beslaan; ⇆ binden; ⇆ boog; ⇆ boogje; ⇆ constiperen; ⇆ corvee; ⇆ hard worden; ⇆ inbinden; ⇆ omboorden; ⇆ pakken; ⇆ samenbinden; ⇆ vastmaken; ⇆ vast worden; ⇆ verbinden; ⇆ verplichten; ⇆ verplichting; ⇆ vervelende taak |
be bound to | ⇆ gehouden zijn om |
bind fast | ⇆ vastbinden |
bind hand and foot | ⇆ aan handen en voeten binden |
bind oneself | ⇆ zich binden |
bind oneself to | ⇆ zich verplichten tot |
bind over | ⇆ onder borgstelling verplichten zich voor het gerecht te verantwoorden |
bind round | ⇆ ombinden |
bind together | ⇆ aaneenbinden; ⇆ samenbinden; ⇆ samenvlechten |
bind up | ⇆ opbinden; ⇆ toebinden; ⇆ verbinden |
bear‐bind | ⇆ zwaluwtong |
bind‐corn | ⇆ zwaluwtong |
bindery | ⇆ boekbinderij |
binding | ⇆ band; ⇆ beslag; ⇆ bindend; ⇆ binding; ⇆ boekband; ⇆ boordband; ⇆ omboordsel; ⇆ rand; ⇆ verband; ⇆ verbindend; ⇆ verplichtend |
bind‐twine | ⇆ bindtouw |
bindweed | ⇆ dubbelkelkwinde; ⇆ winde |
bound | ⇆ begrenzen; ⇆ beperken; ⇆ gebonden; ⇆ grens; ⇆ ingebonden; ⇆ landpaal; ⇆ springen; ⇆ sprong; ⇆ terugkaatsen; ⇆ terugstuiten; ⇆ verplicht; ⇆ verschuldigd |
corn‐bind | ⇆ zwaluwtong |
rebind | ⇆ opnieuw binden; ⇆ opnieuw inbinden |
unbind | ⇆ losbinden; ⇆ losmaken; ⇆ ontbinden |