Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord gebonden

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
hardback
;
hard‐bound
;
hardcover
bindita
(dicht; dik)
(gekneveld)
bonded
ligita
🔗 Want, indien zijn benen gebonden waren, hoe heeft hij dan gelopen?
(inbinden)
condense
(vastbinden; vastmaken; verbinden); ;
tie up
🔗 Ook hij werd gebonden.
non‐aligned

NederlandsEngels
gebonden bound; bounden; hardback; hard‐bound; hardcover; latent; thick; tied
gebonden stijl poetic style
niet gebonden uncommitted; non‐aligned; unattached
binden bind; bond; commit; contain; cord; fetter; knit; leash; obligate; oblige; peg down; pinion; pledge; tie; truss; rope; thicken; tie down; tie up; make
gebondenheid state of being tied down; bondage; lack of freedom; consistency
niet‐gebonden free‐floating; non‐aligned
ongebonden dissolute; licentious; riotous; unattached; unbound; in sheets; loose; dissolutely; licentiously
persoonsgebonden personal; individual