Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord begrenzen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(beperken)
confine
;
🔗 Een volgende politieman hield een poort open in de hoge omheining die de luchthaven begrensde.
(beperking)
limitation
; ;
🔗 De grens tussen Litouwen en Wit‐Rusland is bijna 680 kilometer lang.
(limiet)
limit
🔗 Hoe sterk de nucleaire kracht ook is, hij heeft zijn grenzen.

NederlandsEngels
begrenzen border; bound; circumscribe; confine; define; limit; skirt
begrenzing confinement; limitation
grens abutment; bourn; border; borderline; bound; boundary; compass; confine; confines; cut‐off; demarcation; frontier; limit; limitation; march; marge; margin; mere; mete; outskirt; outskirts; verge; skirt; pale