Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word stopsein
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(signaal) | signal | |
🔗 Toen het sein werd gegeven, stegen ze op. | ||
(boeten; lappen; verstellen) | mend | |
🔗 Ze reinigde zijn jas, maakte een hete anijsmelk klaar en ging ten slotte gezellig tegenover hem zitten stoppen. | ||
(inhouden; blijven staan; blijven stilstaan; halt houden; stilhouden; stilstaan; halt maken) | ; | |
🔗 Laten we dan stoppen bij dat hotel daar! | ||
(aanhouden; keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stuiten; tegenhouden; tot staan brengen) | ; | |
(verstoppen) | constipate | |
(doen; plaatsen; steken; zetten) | ||
🔗 Mag ik vragen waarom je hem daar gestopt hebt? | ||
(vólmaken; vullen) | ||
🔗 Gimpli stopte opnieuw zijn pijp. | ||
(afbreken; ophouden met; staken; stelpen; stopzetten) | ; | |
(ophouden; uitscheiden; afbreken) | ||
🔗 De Russische minister van buitenlandse zaken Sergej Lavrov vertelde eerder vandaag al dat de Russen tijdens de gesprekken niet zullen stoppen met het bombarderen en beschieten van Oekraïense steden. | ||
(dichten; dichtmaken; dichtstoppen; toestoppen; verstoppen; volstoppen) | stop up ; ; plug ; ; | ŝtopi |
🔗 Ik heb het gat voorlopig met kauwgum gestopt. |
Dutch | English |
---|---|
stopsein | ⇆ stop signal |
sein | ⇆ signal; ⇆ sign |
stoppen | ⇆ darn; ⇆ darning; ⇆ fill; ⇆ halt; ⇆ mend; ⇆ occlude; ⇆ plug; ⇆ pocket; ⇆ pot; ⇆ pull up; ⇆ put; ⇆ ram; ⇆ stop; ⇆ stick; ⇆ stop up; ⇆ shove; ⇆ stoppage; ⇆ stuff; ⇆ tuck; ⇆ bind the bowels; ⇆ be binding; ⇆ cause constipation; ⇆ come to a stop |