Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word verloopstuk
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; ; belle | ||
(defect; kapot) | broken ; out of order | |
(akte; document; papier; schriftuur; oorkonde) | ; ; | |
🔗 Morgen kom ik zelf met de nodige stukken ter ondertekening. | ||
(brok; fragment) | ; ; ; | |
piece of music | ||
(gebroken; kapot) | broken | rompita |
(stoot) | bit of crumpet | |
(toneelstuk) | ; | |
🔗 Zijn gezicht was zo kalm alsof hij in de schouwburg naar een stuk keek waarvan hij verloop en ontknoping al kende. | ||
(deel; gedeelte; onderdeel; part) | ; | |
🔗 Conan liep op het in elkaar gevallen stuk toe, deed een paar passen achteruit en stormde toen naar voren. | ||
; | ||
🔗 Marie gaf hem een tinnen kom met water en een stuk zeep, welke voorwerpen hij buiten de deur op een bank zette. | ||
(bonk; brok; eindje) | ; ; | |
🔗 Zoals u wel begrijpen zult, moest ik daarbij wat rotsblokken en stukken boomstronk verwijderen die me in de weg stonden. | ||
(schilderij; schildering; schilderstuk) | ||
🔗 De enige die macht over hem heeft, is de vent die z’n handtekening op het stuk heeft gezet. | ||
(aflopen; uitgaan; ten einde lopen) | expire | |
🔗 De lezing begon te verlopen. | ||
(achteruitgaan) | fall back ; ; retrogress | |
decadent | ||
expired | ||
🔗 Oekraïense troepen in Mariupol zullen de havenstad blijven verdedigen, ondanks het verlopen ultimatum dat Rusland ze heeft gegeven. | ||
🔗 Kom uiterlijk één week voordat uw rijbewijs verloopt persoonlijk naar het gemeentehuis. | ||
(verstrijken; voorbijgaan) | ||
🔗 Er waren nu dertig seconden verlopen. |
Dutch | English |
---|---|
verloopstuk | ⇆ reducer |
stuk | ⇆ smasher; ⇆ snatch; ⇆ bint; ⇆ bit; ⇆ cake; ⇆ cantle; ⇆ cantlet; ⇆ chick; ⇆ chop; ⇆ clip; ⇆ cut; ⇆ cutting; ⇆ deed; ⇆ disabled; ⇆ doll; ⇆ dolly bird; ⇆ fragment; ⇆ head; ⇆ in pieces; ⇆ instrument; ⇆ item; ⇆ joint; ⇆ length; ⇆ lump; ⇆ man; ⇆ out of order; ⇆ peach; ⇆ piece; ⇆ play; ⇆ tablet; ⇆ unit; ⇆ slice; ⇆ stretch; ⇆ bit of crumpet; ⇆ way; ⇆ part; ⇆ gun; ⇆ chessman; ⇆ draughtsman; ⇆ paper; ⇆ document; ⇆ article; ⇆ security; ⇆ picture; ⇆ feat; ⇆ broken; ⇆ gone to pieces |
verlopen | ⇆ collapse; ⇆ elapse; ⇆ expire; ⇆ go off; ⇆ go on; ⇆ lapse; ⇆ pass off; ⇆ proceed; ⇆ reduce; ⇆ run down; ⇆ run‐down; ⇆ go to seed; ⇆ seedy; ⇆ pass; ⇆ pass away; ⇆ go by; ⇆ go down; ⇆ run to seed; ⇆ taper; ⇆ narrow; ⇆ run into the pocket; ⇆ ebb; ⇆ seedy‐looking; ⇆ expired |