English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word article

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(commodity)
🔗 Bring these articles to the library.
(object; thing; subject)
🔗 The change in how X displays articles was not a complete surprise.
(commodity; ware);
article of clothing
(apparel; dress)
; ;
article of consumption
; ;
article of dress
(garment)
article of faith
definite article
bepalend lidwoord
leading article
(editorial)
toilet article
toiletartikel
articles
(bye‐laws; regulations; statute; rules; ordinance)
statuut

EnglishDutch
article artikel; in de leer doen; lidwoord; statuut; stuk; voorwerp
article of clothing kledingstuk
article of commerce handelsartikel
article of consumption verbruiksartikel
article of dress kledingstuk
article of faith geloofsartikel
article of food voedingsmiddel
article of furniture meubel; meubelstuk
article of import invoerartikel
article of luxury luxeartikel
article of war krijgsartikel
articles of association statuten
commercial articles handelswaar
definite article bepaald lidwoord; bepalend lidwoord
export article exportartikel
leading article hoofdartikel
marriage articles huwelijkscontract
postal article poststuk
proprietary article merkartikel
ship’s article monsterrol
ship’s articles monsterrol; scheepsrol
the genuine article je ware
toilet article toiletartikel