Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord lead‐line

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
lead‐line
(sounding‐line; plumb‐line)
(conduct; direct; guide; head; drive; show the way);
(conduct; guide; channel; wage; bring; drive; show; usher); ; ;
🔗 When the music stopped Carfilhiot led Suldrun to the side of the room, and somewhat apart.
(leaden)
🔗 Eating the meat of animals hunted using lead ammunition can be more dangerous for health than was previously thought, especially for children and people who consume large quantities.
🔗 Of 180 birds examined by the scientists, 179 were shot with lead.
(get)
(precede; head)
(direct; guide; manage; steer; conduct; drive; head; refer; address);
(charge; leadership)
(precede);
🔗 This could be the sign that leads us to the Holy Grail!
(run)
🔗 Kohl led Germany for 16 years (from 1982 to 1998).
🔗 A small team led by two distinguished Microsoft engineers, Anders Hejlsberg and Scott Wiltamuch, developed the original C# language.
(file; rank; row; queue; round; run; sequence; bank; string);
🔗 These were followed by the long line of prisoners accompanied by another officer and a small guard.
subŝtofi
(verse);
versregel
(align)
in de rij zetten
;
in een rij opstellen
vicigi
(align);
in de rij gaan staan
;
zich in een rij scharen
viciĝi
(cord; rope; string; chord); ;
(fishing‐line)
(thread; yarn);
🔗 The slashes indicate that everything on the right on the same line is a comment.

EngelsNederlands
lead‐line loodlijn
lead aan de kop liggen; aanvoeren; aanwijzing; bovenaan staan; brengen; de leiding hebben; dieplood; ererste; geleiden; hoofdartikel; hoofdrol; in lood vatten; interlinie; interliniëren; invite; koppositie; leiden; leiding; leiding geven aan; lijn; loden; lood; met lood bedekken; met lood verzwaren; nummer één staan; op kop liggen; openingsartikel; opspelen; peillood; plombe; plomberen; riem; uitkomen; uitmonden; vingerwijzing; voedingsdraad; voeren; voorbeeld; voorblijven; voorhand; voorijlen; voorijlen op; voornaamste; vooropgaan; vooroplopen; voorsprong; voorstaan; voorste; witlijn; zegellood
line aanpak; afzetten; artikel; assortiment; bekleden; beleggen; beleidslijn; beschieten; bloedlijn; branche; briefje; file; gedragslijn; grenslijn; groef; groeve; lijn; lijntje; linie; liniëren; methode; queue; reeks; regel; regeltje; richting; richtsnoer; rij; rimpel; scheepvaartlijn; schreef; snoer; spoorlijn; staan langs; standpunt; strafregel; streep; strepen; touw; uitlijnen; vak; voeren