Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord bekleden
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(beslaan; bezetten; in beslag nemen; innemen) | ; ; | |
🔗 Hij bekleedde verschillende min of meer officiële functies. | ||
(overtrékken) | ; ; ; ; | tegi |
🔗 De met goud beklede deuren werden geopend. | ||
(bedekking) | tegument | |
(aankleden) | ; ; attire | vesti |
Nederlands | Engels |
---|---|
bekleden | ⇆ clothe; ⇆ coat; ⇆ cover; ⇆ drape; ⇆ dress; ⇆ endow; ⇆ endue; ⇆ face; ⇆ fill; ⇆ hold; ⇆ invest; ⇆ lag; ⇆ line; ⇆ metal; ⇆ occupy; ⇆ revet; ⇆ robe; ⇆ sheathe; ⇆ sheet; ⇆ upholster; ⇆ vest; ⇆ vesture |
bekleedsel | ⇆ integument |
kleden | ⇆ accoutre; ⇆ attire; ⇆ dress; ⇆ dressing; ⇆ enrobe; ⇆ garb; ⇆ get up; ⇆ gown; ⇆ invest; ⇆ robe; ⇆ tire; ⇆ clothe; ⇆ be becoming; ⇆ vesture |