Informatie over het woord geleiden (Nederlands → Esperanto: gvidi)

Synoniemen: de weg wijzen, leiden, rondleiden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɣəˈlɛi̯də(n)/
Afbrekingge·lei·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) geleid(ik) geleidde
(jij) geleidt(jij) geleidde
(hij) geleidt(hij) geleidde
(wij) geleiden(wij) geleidden
(jullie) geleiden(jullie) geleidden
(gij) geleidt(gij) geleiddet
(zij) geleiden(zij) geleidden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) geleide(dat ik) geleidde
(dat jij) geleide(dat jij) geleidde
(dat hij) geleide(dat hij) geleidde
(dat wij) geleiden(dat wij) geleidden
(dat jullie) geleiden(dat jullie) geleidden
(dat gij) geleidet(dat gij) geleiddet
(dat zij) geleiden(dat zij) geleidden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
geleidgeleidt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
geleidend, geleidende(hebben) geleid

Vertalingen

Catalaansguiar
Duitsführen; leiten; lenken; den Weg weisen; anleiten; geleiten
Engelsconduct; direct; guide; lead
Engels (Oudengels)lædan; wisian
Esperantogvidi
Faeröersleiða; stýra
Finsopastaa
Fransguider; régler
Grieksάγω
Italiaanscondurre; guidare
Maleispimpin
Nederduitslayden; leiden
Poolskierować; prowadzić
Portugeesconduzir; dirigir; guiar
Roemeensconduce; ghida
Saterfriesfiere; laitje; länkje; leede; stjuure
Spaansguiar; orientar
Thaisนำ
Westerlauwers Friesliede; oanstjoere