Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word te denken geven
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Zo denkende passeerde hij Slot Bommelstein, waar heer Bommel net bezig was met het verzorgen van zijn tuin. | ||
; | ||
🔗 Ik word oud, dacht hij. | ||
🔗 Als Quale er kans toe gezien had, zou hij hun het denken ook nog belet hebben. | ||
; impart ; ; ; ; ; | ||
🔗 Gij gaaft het al. | ||
(aangeven; verlenen; uitbrengen) | ||
🔗 Geef me vijf minuten. | ||
🔗 Hoeveel geef je voor deze jas? | ||
(toebrengen) | ||
🔗 Waar kan ik een feest geven? | ||
(opbrengen; bieden) | ; | |
🔗 De hemel geve dat het zo is. | ||
(opleveren) | ||
🔗 Het gras op de weide verdorde en de koe gaf geen melk. | ||
🔗 De meeste prikken kunnen de eerste 2 dagen koorts geven. | ||
(schenken) | ||
🔗 Hadden ze hem de taak gegeven ons te vertellen wanneer we zouden vertrekken? |
Dutch | English |
---|---|
te denken geven | ⇆ give food for thought |
denken | ⇆ calculate; ⇆ cerebration; ⇆ cogitate; ⇆ conceive; ⇆ consider; ⇆ deem; ⇆ fancy; ⇆ feel; ⇆ figure; ⇆ guess; ⇆ reckon; ⇆ think; ⇆ suppose; ⇆ thought; ⇆ thinking; ⇆ trow; ⇆ ween |
geven | ⇆ afford; ⇆ allow; ⇆ bestow; ⇆ catch; ⇆ convey; ⇆ deal; ⇆ deliver; ⇆ emit; ⇆ fetch; ⇆ give; ⇆ give forth; ⇆ give out; ⇆ giving; ⇆ hit; ⇆ impart; ⇆ mete out; ⇆ pass; ⇆ present; ⇆ put; ⇆ put on; ⇆ render; ⇆ return; ⇆ spare; ⇆ yield; ⇆ run; ⇆ take; ⇆ make a present of; ⇆ present with; ⇆ produce; ⇆ hand; ⇆ volunteer |