English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word figure

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
ciferi
(cipher; digit; numeral)
(diagram; image; representation; configuration)
🔗 When all were on their feet, the floating figure spoke.
(calculate; work out; account; add up); ; ;
(depict; represent); ; ; ;
(stature); ;
(matter; number); ;
🔗 Though official figures may never be known, it is believed that about 10% of the country’s population died.
(think)
🔗 He figures the whole attack took about three and a half minutes.
figure of speech
(trope)
lay figure
(jointed doll; manikin)
disfigure
(deform; distort; contort; twist; pervert)
figurative
; ;
figurative
;
metafora

EnglishDutch
figure afbeelding; bedrag; beeld; cijfer; cijferen; denken; figureren; figuur; gedaante; gestalte; met figuren versieren; personage; persoon; persoonlijkheid; postuur; verschijning; vóórkomen; zich voorstellen
a fine figure of a man een knappe verschijning
a fine figure of a woman een knappe verschijning
at a low figure tegen een lage prijs
be quick at figures vlug zijn in rekenen
central figure hoofdpersoon; sleutelfiguur
cut a figure een figuur maken; een figuur slaan
cut a good figure een goed figuur maken; een goed figuur slaan
cut a poor figure een droevig figuur maken; een droevig figuur slaan
cut a sorry figure een modderfiguur slaan; een pleefiguur slaan; in zijn hemd staan
dance figure dansfiguur
double figure getal van twee cijfers
figure as doorgaan voor; optreden als
figure of fun schertsfiguur
figure of speech beeld; manier van spreken; metafoor; redekunstige figuur; stijlfiguur
figure on rekenen op
figure out becijferen; begrijpen; uitrekenen
figure skate kunstschaats
figure to oneself zich voorstellen
final figure eindcijfer
for the figure voor de lijn; voor de slanke lijn
index figure indexcijfer
it figures! nogal logisch!
it figures out at het komt op
it figures that het is nogal logisch dat
keep one’s figure zijn figuur behouden
lay figure ledenpop
listening figures luisterdichtheid
lose one’s figure zijn figuur verliezen
make a good figure een goed figuur maken; een goed figuur slaan
make a poor figure een droevig figuur maken; een droevig figuur slaan
population figure bevolkingscijfer
principal figure hoofdfiguur
public figure publieke figuur
put a figure on schatten; taxeren
secondary figure bijfiguur
target figure streefcijfer
TV viewing figures kijkdichtheid
viewing figures kijkdichtheid
watch one’s figure aan de slanke lijn doen; om de lijn denken
wax figure wassen beeld
disfigure mismaken; misvormen; ontsieren; schenden; schennen; verminken
figuration afbeelding; ornamentatie; voorstelling; vorm; vormgeving
figurative beeldrijk; figuratief; figuurlijk; oneigenlijk; overdrachtelijk; zinnebeeldig
figured met figuren versierd
figurehead boegbeeld; dummy; schegbeeld; stroman
figure‐skating kunstrijden; kunstrijden op de schaats; kunstschaatsen; schoonrijden
figure‐work rekenwerk
figurine beeldje
prefigure aankondigen; afschaduwen; zich bij voorbaat voorstellen
six‐figure van zes cijfers
transfigure herscheppen; van gedaante doen veranderen; verheerlijken