Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word becijferen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(berekenen; calculeren; uitrekenen) | ||
🔗 Ze had becijferd dat Janne diep in het rood kwam te staan. | ||
(berekening; tellen) | calculation ; computation ; ; figuring | |
(rekenen) | ciferi | |
🔗 Met deze woorden trok hij een blocnootje en begon snel te cijferen. |
Dutch | English |
---|---|
becijferen | ⇆ calculate; ⇆ cipher out; ⇆ figure out |
cijferen | ⇆ cipher; ⇆ figure |