Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word grondslag

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(grondvlak);
🔗 Dat is de grondslag van hun economie.
(basis; fundament); ;
groundwork
be at the root of
;
lie at the root of
;
underlie
🔗 Aan die geruchten moeten tenslotte zekere feite ten grondslag liggen.
(reden; oorzaak);
🔗 Zeg eens, op welke gronden is zij gearresteerd?
(bodem; fond; ondergrond); ;
🔗 De soort groeit niet op zure grond.
(aardbodem; bodem); ;
🔗 Jullie zijn al op vrouwe Anna’s grond.
(aarde)
🔗 Ze waren vlak boven de grond doorgesneden.
(bodem; ondergrond); ;
🔗 Nergens raakte hij de grond, zelfs niet op een diepte van tweehonderd vadem.
(gevecht; treffen; veldslag)
🔗 En zo eindigde ook zijn slag.
(flap; houw; klap; mep); ; ; ;
🔗 De slag miste zijn doel niet.
(klap; klets; klop; tik; veeg); ; ; ;
(val);
(handigheid)
expertness
;
skilfulness
; ;
competence
; ;
🔗 Met krachtige slagen begon hij te zwemmen.
grasp
(aard; soort);
🔗 Dit is geen plaats voor jouw slag.
🔗 Het is eigenlijk de zwaarste slag die we sinds lang te incasseren hebben gekregen.
(houw; klap; stoot; tik);
🔗 Dat was zeker een hele slag?
(draai; keer; wending; zwaai; zwenking);

DutchEnglish
grondslag base; basement; basis; bedrock; foundation; foundations; fundamental; grounding; ground‐plot; groundwork; substructure
ten grondslag liggen aan underlie; be at the root of; lie at the root of
grond base; bedrock; bottom; dirt; earth; essentiality; essentialness; foundation; glebe; ground; groundwork; land; rationale; reason; room; soil; warrant; substratum
slag smash; bang; bash; battle; beat; blight; blow; bop; bounce; bump; check; chop; clap; crack; crash; crump; cuff; cut; dash; description; drive; hang; hit; hitch; hurt; impact; kind; kink; knack; knock; lash; manner; peal; percussion; pulsation; punch; rap; sort; strike; stroke; thump; type; whisk; stamp; run; shock; shot; class; sweep; toll; travel; trick; turn; warble; whack; box; beating; wave; jug; thud; tack; slap