Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord rusten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Vele uren hadden zij gelopen zonder te rusten.
(blijven; verblijven)
🔗 Gods zegen ruste op uw arbeid.
be deposited
;
be in the keeping
;
esti deponita
resign oneself
🔗 „Goed dan”, zei hij berustend.
(pauze); ;
respite
;
repose
;
🔗 Het paard had rust nodig.
(bedaardheid; gerustheid; kalmte; rustigheid)
tranquillity
🔗 Maar ik vond geen rust.
(kalmte; rustigheid; stilte); ; ;
rustend
(gepensioneerd; in ruste)
retired
;
emeritus
rustend
(gepensioneerd; in ruste)
pensiita
rusthuis
(rustoord; rustplaats; rustgebied)
home of rest
;
rest‐home
rustoord
resting‐place
🔗 Daarna kunt u zich een rustplaats uitzoeken naar eigen believen.
(uitrusten);
fit out
(toerusten);
fit out
;
🔗 De schepen werden ’s winters uitgerust en de vloot vertrok in maart of april naar het noorden.

NederlandsEngels
rusten hinge; lie; recline; repose; rest; sit; sleep; take a rest
de verdenking rust op … it is on … that suspicion rests; suspicion points to …
de zaak maar laten rusten let the matter rest; drop the point
er rust geen blaam op … no blame attaches to …
er rust geen blaam op hem no blame attaches to him
berusten acquiesce; comply; resign oneself
rust break; calm; ease; half‐time; pause; peace; placidity; quiescence; quiescency; quiet; quietness; quietude; recumbency; repose; respite; rest; tranquillity; surcease; interval
rustbank couch
rustbed couch
rustdag Sabbath
rustend accumbent; emeritus; incumbent; recumbent; retired
rusthuis rest‐home; home of rest
rustkuur rest‐cure
rustoord retreat
rustpauze rest; break
rustplaats rest; resting‐place
rustpunt rest; pause; stopping‐place
ruststoel rest‐chair
rusttijd rest; time of rest; resting‐time
rustuur hour of rest
toerusten equip; fit out
uitrusten accoutre; appoint; equip; fit; fit out; fit up; furnish; gear; gird; kit; kit out; kit up; repose; rest; rest oneself; rest up; rig; set up; take rest
welterusten good night; sleep tight