Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord rockfall

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
fall (fall off; tumble down; drop)	afvallen ; uitvallen	defali
🔗 The inner scales enlarge when spring growth begins and often become an inch long before they fall.
fall (drop; lapse)	afvallen ; neervallen ; vallen	fali
🔗 The house must have fallen on her.
fall (drop; lapse)	val	falo
fall (autumn)	herfst ; najaar	aŭtuno
🔗 Reinking is from Morton, Illinois and is believed to have moved to the Nashville area last fall.
fall (destruction; doom; downfall; perdition; ruin; wreck)	ondergang	pereo
fall (decline; going down; regression; retreat; setback)	teruggang	regreso
fall	vallen	fali
🔗 Rand almost fell from surprise.
fall (come about; happen; occur; take place; be afoot; come on; come to pass; be set; transpire)	aan de hand zijn ; gebeuren ; gevallen ; omgaan ; optreden ; passeren ; plaatsgrijpen ; plaatshebben ; plaatsvinden ; voorvallen ; zich afspelen ; zich voordoen ; zich voltrekken ; zich toedragen ; vóórkomen	okazi
fall	val	falo
fall	val	falo
rock (swing; nod)	doen schommelen ; laten balanceren	balanci
rock (lull; cradle)	wiegen	luli
rock	rots	roko
🔗 All of the Hawaiian Islands are made of just one kind of rock.
rock	rock	rokmuziko
rock (shake; shock; agitate)	schudden	skui
🔗 The capital has been rocked by explosions in recent days, but it is far from encircled.
rock (shake; unsettle)	doen schudden	ŝanceli
rock (hesitate; waver; falter; stagger; totter; vacillate; wobble; lurch)	wankelen	ŝanceliĝi
rock (distaff)	spinrokken ; rokken	ŝpinbastono
rock	rots	roko
🔗 Today the rocks were bare.
rock	rots‐	roka

Engels	Nederlands
fall	⇆ aanbreken; ⇆ achteruitgaan; ⇆ afnemen; ⇆ afvallen; ⇆ betrekken; ⇆ dalen; ⇆ daling; ⇆ dood; ⇆ flikkeren; ⇆ helling; ⇆ herfst; ⇆ intreden; ⇆ invallen; ⇆ najaar; ⇆ neerkomen; ⇆ neervallen; ⇆ omlaaggaan; ⇆ ondergang; ⇆ ontvallen; ⇆ prijsdaling; ⇆ smakken; ⇆ sneuvelen; ⇆ sodemieteren; ⇆ storten; ⇆ teruggang; ⇆ teruglopen; ⇆ uitvallen; ⇆ val; ⇆ valhoogte; ⇆ vallen; ⇆ verminderen; ⇆ verval; ⇆ vervallen; ⇆ waterval
rock	⇆ doen schudden; ⇆ edelsteen; ⇆ gesteente; ⇆ grote kei; ⇆ heen en weer schudden; ⇆ hobbelen; ⇆ kandijsuiker; ⇆ klip; ⇆ rock; ⇆ rock‐; ⇆ rock‐’n‐roll; ⇆ rokken; ⇆ rots; ⇆ rotsblok; ⇆ schommelen; ⇆ schommeling; ⇆ schudden; ⇆ spinrokken; ⇆ steenklomp; ⇆ steenrots; ⇆ suikerstok; ⇆ toevlucht; ⇆ vaste grond; ⇆ wankelen; ⇆ wiegelen; ⇆ wiegen

Engels

Nederlands

fall

⇆ aanbreken; ⇆ achteruitgaan; ⇆ afnemen; ⇆ afvallen; ⇆ betrekken; ⇆ dalen; ⇆ daling; ⇆ dood; ⇆ flikkeren; ⇆ helling; ⇆ herfst; ⇆ intreden; ⇆ invallen; ⇆ najaar; ⇆ neerkomen; ⇆ neervallen; ⇆ omlaaggaan; ⇆ ondergang; ⇆ ontvallen; ⇆ prijsdaling; ⇆ smakken; ⇆ sneuvelen; ⇆ sodemieteren; ⇆ storten; ⇆ teruggang; ⇆ teruglopen; ⇆ uitvallen; ⇆ val; ⇆ valhoogte; ⇆ vallen; ⇆ verminderen; ⇆ verval; ⇆ vervallen; ⇆ waterval

rock

⇆ doen schudden; ⇆ edelsteen; ⇆ gesteente; ⇆ grote kei; ⇆ heen en weer schudden; ⇆ hobbelen; ⇆ kandijsuiker; ⇆ klip; ⇆ rock; ⇆ rock‐; ⇆ rock‐’n‐roll; ⇆ rokken; ⇆ rots; ⇆ rotsblok; ⇆ schommelen; ⇆ schommeling; ⇆ schudden; ⇆ spinrokken; ⇆ steenklomp; ⇆ steenrots; ⇆ suikerstok; ⇆ toevlucht; ⇆ vaste grond; ⇆ wankelen; ⇆ wiegelen; ⇆ wiegen

Het woord rockfall kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.