Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord let

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(allow; leave; release)
(rent out; rent; hire)
(enable; permit; allow; make possible)
in staat stellen
;
mogelijk maken
(allow; permit)
🔗 Too many here have refused to let me help at all.
;
let down
aneli
let go
(release)
let in
;
enirigi
let off
(discharge; fire; fire off)
(epistle)
;
🔗 Deliver the letter only into his hands and at the earliest possible moment.
🔗 Each letter has one sound only, and any sound is always rendered by one and the same letter.
outlet
(market)
aĉetanta regiono
(exit; way out; egress)
🔗 They argue it only gave Sarah Huckabee Sanders another outlet to spread more lies.

EngelsNederlands
let aanbrengen; laten; let; toelaten; verhuren; verhuring
be let off with … er met … afkomen
be let of lightly er genadig afkomen; er makkelijk van afkomen
let alone daargelaten; laat staan; met rust laten
let be afblijven van; met rust laten; op zijn beloop laten
let blood aderlaten
let down aflaten; in de steek laten; laten zakken; leeg laten lopen; neerdoen; neerlaten; neerslaan; teleurstellen; wat langer maken
let go laten schieten; loslaten
let go of laten schieten; loslaten
let in binnenlaten; de deur openzetten voor; inlaten
let into binnenlaten; inbouwen; inwijden in; toelaten
let it go het geeft niet; het hindert niet; laat maar; vergeet het
let loose de vrije hand laten; loslaten; ontketenen; vrijlaten
let off afblazen; afschieten; afslaan; afsteken; doen alsof; klikken; kwijtschelden; laten vallen; loslaten; ontslaan; schenken; uitlaten; verklappen; verraden; vrijlaten; vrijstellen van
let oneself down zich verlagen
let oneself go hem van katoen geven; zich laten gaan; zichzelf verwaarlozen
let oneself in for something unpleasant zich iets onaangenaams op de hals halen
let out in pacht geven; rondstrooien; slaken; uitbrengen; uiten; uitlaten; uitleggen; verhuren; verklappen; verpachten
let out in contract aanbesteden
let slip loslaten; per ongeluk loslaten
let somebody alone iemand met rust laten; zich niet bemoeien met iemand
let somebody down iemand afvallen
let somebody have it iemand de volle laag geven; iemand ervan langs geven; iemand op zijn kop geven
let somebody in on iemand inwijden in
to let te huur
what have I let myself in for! wat ben ik begonnen!
without let or hindrance onbelemmerd; onverhinderd
letter beletter; brief; geschrift; letter; letteren; schrijven; verhuurder
letting verhuring; verhuurd goed
outlet afvoerkanaal; afzetgebied; contactdoos; uitgang; uitlaatklep; uitloop; uitweg; verkooppunt
sublet onderaanbesteden; onderverhuren
underlet onder de waarde verhuren; onderverhuren
unlet onverhuurd