Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uiten

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
uiten (betuigen; uitdrukken; uitspreken; uiting geven aan)	express	esprimi
🔗 Zij uitten geen enkele bedreiging met wraak.
uit (op; van; vanuit)	from ; out of	el
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
uit (aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens)	for ; through ; from ; in	pro
🔗 Dat deed hij uit berekening.
uit (over; voort; weg; verwijderd)	forth ; off	for
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
uit	off ; out	estingiĝinta
🔗 De lampen waren uit.
uiting (betuiging; expressie)	expression	esprimo
🔗 Nadat heer Ollie uiting aan zijn ontstemming had gegeven, verliet hij de keuken en sloeg krachtig de deur achter zich dicht.
uiting	demo ; demonstration ; display	elmontro

Nederlands	Engels
uiten	⇆ emit; ⇆ enounce; ⇆ enunciate; ⇆ express; ⇆ give mouth to; ⇆ give utterance to; ⇆ give voice to; ⇆ let out; ⇆ utter; ⇆ vent; ⇆ voice
zich uiten	⇆ express oneself; ⇆ vent itself; ⇆ find voice; ⇆ find one’s voice; ⇆ voice itself
uit	⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in
uiting	⇆ enouncement; ⇆ enunciation; ⇆ expression; ⇆ manifestation; ⇆ utterance