Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais lopend
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(stromen; vlieten; vloeien) | couler | |
🔗 Met zijn hand veegde hij het zweet van zijn voorhoofd dat in zijn ogen liep. | ||
(benen) | ||
🔗 Elak vermande zich en liep het water in. | ||
(stappen; treden) | faire les cent pas | paŝi |
🔗 Hij en John liepen naar hun ouders, die in de menigte stonden te wachten. | ||
(tippelen; wandelen) | se promener | |
(gaan) | ||
🔗 Alles liep verkeerd, pa. |