Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord uprush

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(go fast; hurry; hasten; speed; hustle); ; ;
🔗 The fellow did not rush.
(hurry)
haast maken
;
urĝiĝi
(dash; hurtle; surge; leap; spring; shoot forward; spank; zip)
voorwaarts stormen
;
zich werpen op
(impetus; momentum; surge); ; ;
junka
(assault; storm; charge);
🔗 “If we could rush the ballista and take it,” mused Tarzan, “we could make it rather hot for them.”
(above; uphill; upwards; upward; aloft); ;
🔗 We couldn’t get up the first hill.
(above; on top; overhead; aloft; at the top);
(gee‐up; jump)
hop
(above; over; beyond)
🔗 Jubal looked up the slope.

EngelsNederlands
uprush opwelling; sterk opwaartse stroom
rush aandrang; aanstormen op; bestormen; bestorming; bies; biezen; dringend; drukte; geraas; geruis; gerén; haast; haast maken met; haast‐; ijlen; in aller ijl zenden; jagen; losstormen op; matten; overrompelen; ren; rennen; riet; ruisen; rus; schieten; snellen; spoed‐; stormen; stormloop; stormlopen op; stormlopen tegen; stromen; stroom; stuiven; vaart; voortjagen; voortsnellen; zich storten
up boven; de hoogte in; hoog; in; in de hoogte; naar boven; naar omhoog; om; omhoog; op; op reces; opengebroken; opgeheven; opgeslagen; opstaan; overeind; punt; tegen op; verhogen