Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord bedspread
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
bedspread (counterpane; coverlet) | ; | lita superkovrilo |
(patch) | ; | |
(channel) | ||
🔗 We’ll soon have you in a good, soft bed. | ||
(berth; encampment; lair; bunk) | ; | |
(layer; stratum) | ||
(put to bed) | in bed stoppen ; naar bed brengen | |
(go to bed; retire; hit the sack; hit the hay; go to rest; retire for the night; retire to bed; retire to rest) | gaan slapen ; naar bed gaan | |
(bottom; foundation; ground) | ; ; | |
spread (promote; push; propagate) | ||
spread (broaden; disseminate; dispense; disperse; propagate; widen) | ; | disvastigi |
spread (lay out; spread out; extend; spread‐eagle) | ; | |
spread (anoint; smear; grease; apply) | ; | ŝmiri |
spread (dispense; disperse; propagate) | ; ; | |
spread (expand; reach; stretch; stretch out) | ||
spread (run; expand; extend; range; reach; stretch) | ||
spread (expansion; extension; extend; span; purview) | ||
spread (ointment) | ||
spread (treat; entertainment) |
Engels | Nederlands |
---|---|
bedspread | ⇆ beddesprei; ⇆ bedsprei; ⇆ sprei |
bed | ⇆ bed; ⇆ bedde; ⇆ bedding; ⇆ huwelijk; ⇆ inbedden; ⇆ laag; ⇆ leger; ⇆ legerstede; ⇆ naar bed gaan met; ⇆ onderlaag; ⇆ perk; ⇆ sponde; ⇆ te bed leggen; ⇆ te bed liggen |
spread | ⇆ beddesprei; ⇆ beleggen; ⇆ besmeren; ⇆ bestrijken; ⇆ hand over hand toenemen; ⇆ in omloop brengen; ⇆ om zich heen grijpen; ⇆ omvang; ⇆ onthaal; ⇆ rondvertellen; ⇆ smeersel; ⇆ smeren; ⇆ spannen; ⇆ spanning; ⇆ sprei; ⇆ spreiden; ⇆ spreiding; ⇆ strijken; ⇆ tafelkleed; ⇆ uitbreiden; ⇆ uitgestrektheid; ⇆ uitslaan; ⇆ uitsmeren; ⇆ uitspannen; ⇆ uitspreiden; ⇆ uitstrijken; ⇆ uitstrooien; ⇆ uitwaaieren; ⇆ uitzetten; ⇆ verbreiden; ⇆ verbreiding; ⇆ verspreiden; ⇆ verspreiding; ⇆ vlucht; ⇆ voortplanten; ⇆ voortwoekeren; ⇆ zich uitbreiden; ⇆ zich uitspreiden; ⇆ zich uitstrekken; ⇆ zich verbreiden; ⇆ zich verspreiden |