Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord spreiden

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(uitspreiden)
spread
spreiding
(spleet)
(etaleren; uitstallen)
demonstrate
; ; ;
(tonen; vertonen)
(ontvouwen; spreiden)
spread
;
spread out
(afgeven; verbreiden)
spread
;
disseminate
; ;
propagate
disvastigi
🔗 Het gebouw verspreidde een stank.
(uiteendrijven; uiteenjagen; verstrooien)
(propaganda maken voor; propageren; uitdragen)
spread
;
propagate

NederlandsEngels
spreiden disperse; even out; spread; stagger
een bed spreiden make a bed
spreiding spread; dispersal; staggering
spreidsprong split jump
spreidzit split
tentoonspreiden develop; display; make a display of; sport
uitspreiden expand; fling out; spread out; unfold; unfurl; spread; stretch
verspreiden diffuse; disperse; disseminate; distribute; effuse; give off; hawk; intersperse; propagate; spread; rumour; scatter; send forth; send out; shed