Nederlands–Afrikaanse woordeboek
Afrikaanse vertaling van die Nederlandse woord lopen
| Nederlands | Afrikaans (onregstreeks vertaal) | Esperanto |
|---|---|---|
| (stromen; vlieten; vloeien) | ; | |
🔗 Met zijn hand veegde hij het zweet van zijn voorhoofd dat in zijn ogen liep. | ||
| (benen) | ; | |
🔗 Elak vermande zich en liep het water in. | ||
| (stappen; treden) | paŝi | |
🔗 Hij en John liepen naar hun ouders, die in de menigte stonden te wachten. | ||
| (tippelen; wandelen) | ||
🔗 Hij hield de steen boven het glas van de koning en liet het zand erin lopen. | ||
aan de grond lopen (stranden; vastlopen) | ||
| (aflopen; uitgaan; uitraken; verlopen) | ||
🔗 De middag liep ten einde. | ||
uit de hand lopen | eksterkontroliĝi | |
| (eindigen; ophouden; uitgaan; verlopen; ten einde lopen) | ||
🔗 Dit loopt slecht af. | ||
| (hollen; rennen; snellen) | ||
🔗 Moet ik het hele eind hardlopen? | ||
| (communiceren) | ||
| (vermijden; ontwijken) | ; | |
🔗 De misdadigers zullen hun straf niet ontlopen. | ||
| (krijgen) | ; | |
🔗 Aan beide zijden waren ridders die zware verwondingen hadden opgelopen. | ||
| (overgaan) | ||
| (afwijken; schelen) | ||
🔗 Sterren lopen geweldig uiteen in grootte, lichtkracht en oppervlaktetemperatuur. | ||
| (uitgaan) | ; | |
🔗 Ik ben kwaad de deur uitgelopen. | ||
| (uitvaren) | ||
| (aan de grond lopen; stranden) | ||
| (aflopen; uitgaan; ten einde lopen) | ||
🔗 De lezing begon te verlopen. | ||
| (voorgaan) | ||