Informasie oor die woord verlopen (Nederlands → Esperanto: finiĝi)

Sinonieme: aflopen, eindigen, ophouden, uitgaan, uitraken, ten einde lopen

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/vərˈlopə(n)/
Afbrekingver·lo·pen

Voorbeelde van gebruik

De lezing begon te verlopen.

Vertalinge

Afrikaanseindig
Deensebbe ud
Duitsenden; endigen; aufhören; zu Ende gehen; ein Ende nehmen; ablaufen; auslaufen
Engelsexpire
Esperantofiniĝi
Faroëesverða endaður
Fransfinir; prendre fin; se terminer
Maleisberakhir
Noorsutlope
Papiamentskaba
Portugeesacabar; terminar
Roemeensse sfârși
Saterfrieseendigje; eendje
Spaansexpirar; terminarse
Sranankaba
Sweedssluta
Thaiจบ; เสร็จ
Turksbitmek
Wes‐Friesbeteare