Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord settle out of court

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
court (woo; romance)	het hof maken ; vrijen ; verkering hebben	amindumi
court (authoritative source; agency; authority; body; instance)	instantie	instanco
court	rechtszaal	juĝejo
court (courtyard; yard; patio)	hof ; plaats	korto
court (court of law)	gerechtshof ; hof ; rechtbank	kortumo
🔗 Such punishments have little practical effect as Chinese courts do not have jurisdiction in Taiwan, whose government rejects Běijīng’s sovereignty claims.
court	hof	kortego
🔗 Suldrun looked across the chamber to where Casmir stood among the grandees of his court.
settle (conclude; dispatch; expedite; finish)	afdoen ; afhandelen ; afwikkelen	finaranĝi
settle (compose; conclude; dispatch)	afhandelen ; beslechten	findecidi
settle (square up; discharge)	afrekenen	kvitiĝi
settle (decide; choose; determine; resolve; adjudicate)	besluiten ; uitmaken	decidi
settle (determine; fix; decide; set)	vaststellen	determini
settle (regulate; regularize; adjust)	regelen ; vereffenen	reguligi
settle (resolve; unriddle; unravel; dissolve)	oplossen	solvi
settle	bezinken	residiĝi
settle	bezinken	surfundiĝi
settle (colonize)	zich vestigen	setli

Engels	Nederlands
settle out of court	⇆ in der minne schikken
court	⇆ baan; ⇆ balderen; ⇆ binnenkoer; ⇆ binnenplaats; ⇆ gerecht; ⇆ gerechtshof; ⇆ het hof maken; ⇆ hof; ⇆ hofhouding; ⇆ hofje; ⇆ hofstoet; ⇆ koer; ⇆ ontvangst aan het hof; ⇆ plaats; ⇆ plein; ⇆ raad; ⇆ rechtbank; ⇆ rechtscollege; ⇆ rechtszaal; ⇆ rechtzitting; ⇆ streven naar; ⇆ uitlokken; ⇆ verkering hebben; ⇆ vrijen; ⇆ zoeken
settle	⇆ <zitbank met hoge leuning>; ⇆ aanzuiveren; ⇆ afdoen; ⇆ afhandelen; ⇆ afmaken; ⇆ afrekenen; ⇆ afwikkelen; ⇆ bedaren; ⇆ beklinken; ⇆ beslechten; ⇆ besluiten; ⇆ betalen; ⇆ bezinken; ⇆ bezorgen; ⇆ bijleggen; ⇆ doen bezinken; ⇆ een regeling treffen; ⇆ gaan zitten; ⇆ in orde brengen; ⇆ inklinken; ⇆ installeren; ⇆ klaren; ⇆ koloniseren; ⇆ neerdalen; ⇆ oplossen; ⇆ regelen; ⇆ schikken; ⇆ tot bedaren brengen; ⇆ tot bedaren komen; ⇆ uit de wereld helpen; ⇆ uitmaken; ⇆ vast worden; ⇆ vaststellen; ⇆ vastzetten; ⇆ vereffenen; ⇆ verevenen; ⇆ verrekenen; ⇆ verzakken; ⇆ vestigen; ⇆ zakken; ⇆ zich installeren; ⇆ zich metterwoon vestigen; ⇆ zich neerzetten; ⇆ zich vestigen; ⇆ zich zetten; ⇆ zijn bekomst geven; ⇆ zijn vet geven