Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord zakken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(dalen; verzakken; zinken) | go down ; ; | |
🔗 Bij het neerkomen wierpen ze hoge modderfonteinen op om daarna in de drassige bodem te zakken. | ||
(bakken; falen; mislukken; sjezen; stralen; stranden) | ||
🔗 Als ze weer zakt, dan staat ze buiten! | ||
(dalen; naar beneden gaan) | ||
🔗 Het water begon te zakken en de storm nam in kracht af. | ||
lower | ||
(neerlaten) | lower ; ; lay in rest | |
🔗 Toen hij de voorste van het troepje herkende, liet hij het wapen weer zakken. | ||
(uitzakken; verzakken) | subfleksiĝi | |
; | subfleksiĝi | |
collapse | malŝveli | |
🔗 Stel dat de onderzoekers van Bloomberg gelijk krijgen en over ruim 30 jaar ongeveer een op de drie auto’s op stroom rijdt, dan zal de vraag naar olie fors inzakken. | ||
(doorzakken; verzakken) | subfleksiĝi | |
prolapse | prolapsi | |
(dalen; zakken; zinken) | ||
(doorzakken; uitzakken) | subfleksiĝi | |
🔗 Het bleek een tamelijk vervallen herberg te zijn, die verzakt tegen een rotswand leunde. | ||
(dalen; verzakken; zakken; zinken) | ; go down ; ; ; | |
🔗 Verder kan het niet wegzakken en dus blijft het hier staan. | ||
(inzinken; zinken; neerzijgen) | ; | |
🔗 De zon was achter de bergen weggezakt. | ||
(doorzakken; ineenzakken; uitzakken; verzakken) | ; | subfleksiĝi |
🔗 Ik had het gedicht al die tijd in mijn zak. | ||
(tas) | ; ; ; | |
; bastard ; son‐of‐a‐bitch |
Nederlands | Engels |
---|---|
zakken | ⇆ bag; ⇆ bomb; ⇆ drop; ⇆ fail; ⇆ flunk; ⇆ founder; ⇆ go down; ⇆ look down; ⇆ sag; ⇆ sag down; ⇆ settle; ⇆ sink; ⇆ slump; ⇆ subside; ⇆ subsidence |
laten zakken | ⇆ fail; ⇆ flunk; ⇆ let down; ⇆ plough; ⇆ sink; ⇆ take off |
afzakken | ⇆ come down; ⇆ descend; ⇆ descent; ⇆ drop down; ⇆ slip down; ⇆ blow over; ⇆ pass over; ⇆ withdraw; ⇆ drop away |
doorzakken | ⇆ give; ⇆ sag; ⇆ sag down; ⇆ go on a spree |
gezakt | ⇆ bagged |
ineenzakken | ⇆ collapse; ⇆ founder |
inzakken | ⇆ sag; ⇆ sag down; ⇆ sink down; ⇆ collapse |
onderuitzakken | ⇆ slump |
terugzakken | ⇆ fall back; ⇆ sink back |
uitzakken | ⇆ bulge; ⇆ prolapse; ⇆ sag |
verzakken | ⇆ prolapse; ⇆ sag; ⇆ settle; ⇆ subside; ⇆ sink |
zak | ⇆ bag; ⇆ pocket; ⇆ poke; ⇆ pouch; ⇆ twat; ⇆ sac; ⇆ sack; ⇆ scrip |