Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord ready‐to‐wear
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(obliging; willing) | servopreta | |
(cash; in cash) | ||
(finished) | ; ; | |
🔗 Father, I am not ready for such an event. | ||
; | ||
🔗 Why did he wear the hood? | ||
(go about; tack) | bij de wind draaien ; overstag gaan | taki |
(continue; endure; keep on; last; persist; go on) | ; ; ; ; ; | |
slijtage | ||
(carry) | ||
🔗 Did you think they wore signs? |
Engels | Nederlands |
---|---|
ready‐to‐wear | ⇆ confectie‐ |
ready | ⇆ baar; ⇆ bereid; ⇆ bereidvaardig; ⇆ bereidwillig; ⇆ bij de hand; ⇆ gebruiksklaar; ⇆ gemakkelijk; ⇆ gereed; ⇆ gevat; ⇆ klaar; ⇆ klaarmaken; ⇆ paraat; ⇆ prompt; ⇆ snel; ⇆ vaardig; ⇆ vlot; ⇆ vlug; ⇆ voorbereiden; ⇆ zich klaarmaken; ⇆ zich voorbereiden |
wear | ⇆ aanhebben; ⇆ afmatten; ⇆ afslijten; ⇆ degelijkheid; ⇆ dracht; ⇆ dragen; ⇆ gebruik; ⇆ goed; ⇆ houdbaarheid; ⇆ kleding; ⇆ kleren; ⇆ lang vallen; ⇆ slijtage; ⇆ slijten; ⇆ uitsluiten; ⇆ vermoeien; ⇆ verslijten; ⇆ vertonen; ⇆ voorbijgaan; ⇆ voorhebben; ⇆ zich houden; ⇆ zich laten dragen |