Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord miss the point
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; | maltrafi | |
🔗 Don’t miss it! | ||
(leave out; omit; overlook; skip) | ; ; | |
🔗 T’sais dropped the point of her sword to the ground. | ||
(mark) | ||
🔗 His approval rating in Iowa has dropped a staggering 21 points since he took office. | ||
(count) | ||
🔗 The first two points are of little importance. | ||
🔗 At that point it will be hard not to ask the question: What on earth has all this been for? | ||
(dot; period; spot; locus; moment; full stop; stop) | ; ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
miss the point | ⇆ niet begrijpen waar het om gaat |
miss | ⇆ falen; ⇆ haperen; ⇆ juffer; ⇆ juffrouw; ⇆ laten voorbijgaan; ⇆ meisje; ⇆ mejuffrouw; ⇆ misgooien; ⇆ mislopen; ⇆ misschieten; ⇆ misschot; ⇆ missen; ⇆ misser; ⇆ misslaan; ⇆ misslag; ⇆ misstoot; ⇆ niet horen; ⇆ niet zien; ⇆ overslaan; ⇆ poedel; ⇆ poedelen; ⇆ uitlaten; ⇆ vermissen; ⇆ verzuimen; ⇆ weglaten; ⇆ zich laten ontgaan |
point | ⇆ aanleggen; ⇆ aanpunten; ⇆ duiden; ⇆ een punt maken aan; ⇆ etsnaald; ⇆ geweitak; ⇆ interpungeren; ⇆ landpunt; ⇆ naald; ⇆ naaldkant; ⇆ onderstrepen; ⇆ oog; ⇆ op treffende wijze illustreren; ⇆ pointe; ⇆ punt; ⇆ punten; ⇆ puntje; ⇆ richten; ⇆ scherpen; ⇆ spits; ⇆ spitsen; ⇆ staan; ⇆ stift; ⇆ stip; ⇆ stippen; ⇆ stopcontact; ⇆ streek; ⇆ tak; ⇆ van punten voorzien; ⇆ voegen; ⇆ wijzen; ⇆ wijzen met |