Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord man’s dress
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
een verband omleggen ; verzorgen van een wond | ||
(clothe; fit; suit; array; attire) | ; | vesti |
🔗 Muttering under his breath, he dressed hurriedly. | ||
(get dressed) | ; toilet maken | vestiĝi |
(get dressed; dress oneself) | ||
(article of clothing; apparel) | ; ; | |
(gown; robe) | ||
(costume; outfit; suit) | ; ; | |
(robe) | ||
🔗 Her dresses hung on a cloakstand, the last of the room’s furnishings. | ||
homekipi | ||
🔗 And if we had ships, we could not spare the men to man them, not even for the princess Helen. | ||
(human being; human) | ||
🔗 What sort of men were they who tended these fires? | ||
(fellow; male; bloke) | ; | |
(agent; operative) | ||
(human race; mankind; humanity) | ; | |
🔗 The four men drank wine. |
Engels | Nederlands |
---|---|
man’s dress | ⇆ manskleding |
dress | ⇆ aankleden; ⇆ aanmaken; ⇆ ambtsgewaad; ⇆ avondtoilet; ⇆ bekleden; ⇆ bemesten; ⇆ bereiden; ⇆ bewerken; ⇆ dos; ⇆ dracht; ⇆ een verband leggen op; ⇆ gala; ⇆ gewaad; ⇆ japon; ⇆ jurk; ⇆ kappen; ⇆ klaarmaken; ⇆ kleden; ⇆ kleding; ⇆ kleed; ⇆ kleren; ⇆ kostuum; ⇆ mesten; ⇆ opmaken; ⇆ pappen; ⇆ pavoiseren; ⇆ prepareren; ⇆ richten; ⇆ roskammen; ⇆ schoonmaken; ⇆ tenue; ⇆ toilet; ⇆ toilet maken; ⇆ tooien; ⇆ verbinden; ⇆ zich aankleden; ⇆ zich kleden; ⇆ zich richten |
man | ⇆ bediende; ⇆ bemannen; ⇆ bezetten; ⇆ damschijf; ⇆ de mens; ⇆ kamerdienaar; ⇆ knecht; ⇆ man; ⇆ manlijk; ⇆ mannelijk; ⇆ manspersoon; ⇆ mens; ⇆ schaakstuk; ⇆ schijf; ⇆ student; ⇆ stuk; ⇆ werkman |