Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord gain one’s point
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(win; profit; accrue) | ; | |
(benefit; profit; win; advantage) | ; ; | |
(put on weight) | plipeziĝi | |
(profit; benefit) | ; ; ; | |
(acquire; get; obtain; secure; impetrate) | ; | |
(profit; benefit; take advantage of) | ; voordeel trekken uit ; winst maken | |
(attain; get; reach; arrive at) | ; | |
🔗 On Guyal’s arm he tottered forward, and with Shierl close at their heels they gained the gallery. | ||
; ; | ||
🔗 Finland gained independence from Russia in 1917 and fought two wars against it during World War Two during which it lost some territory. | ||
(win) | ||
🔗 True, they gained by the sword a wide empire, but they held it by their genius for administration. | ||
🔗 T’sais dropped the point of her sword to the ground. | ||
(mark) | ||
🔗 His approval rating in Iowa has dropped a staggering 21 points since he took office. | ||
(count) | ||
🔗 The first two points are of little importance. | ||
🔗 At that point it will be hard not to ask the question: What on earth has all this been for? | ||
(dot; period; spot; locus; moment; full stop; stop) | ; ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
gain one’s point | ⇆ zijn zin krijgen; ⇆ zijn zin weten te krijgen |
gain | ⇆ aankomen; ⇆ aanwinst; ⇆ behalen; ⇆ bereiken; ⇆ bezorgen; ⇆ bijkomen; ⇆ gewin; ⇆ het winnen; ⇆ inlopen; ⇆ krijgen; ⇆ opdoen; ⇆ profijt; ⇆ uitlopen; ⇆ veld winnen; ⇆ verdienen; ⇆ verdienste; ⇆ verkrijgen; ⇆ verwerven; ⇆ voordeel; ⇆ voorlopen; ⇆ vooruitgaan; ⇆ winnen; ⇆ winst; ⇆ zich uitbreiden |
point | ⇆ aanleggen; ⇆ aanpunten; ⇆ duiden; ⇆ een punt maken aan; ⇆ etsnaald; ⇆ geweitak; ⇆ interpungeren; ⇆ landpunt; ⇆ naald; ⇆ naaldkant; ⇆ onderstrepen; ⇆ oog; ⇆ op treffende wijze illustreren; ⇆ pointe; ⇆ punt; ⇆ punten; ⇆ puntje; ⇆ richten; ⇆ scherpen; ⇆ spits; ⇆ spitsen; ⇆ staan; ⇆ stift; ⇆ stip; ⇆ stippen; ⇆ stopcontact; ⇆ streek; ⇆ tak; ⇆ van punten voorzien; ⇆ voegen; ⇆ wijzen; ⇆ wijzen met |