Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord voordeel

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
; ;
🔗 Je hebt het voordeel van die ijzeren pot op je hoofd.
(baat; gewin; profijt; winst); ;
(nut)
voordeel van de twijfel
benefit of the doubt
fido malgraŭ dubo
zijn voordeel doen met
turn to account
;
turn to good account
tiri profiton el
(begunstigen; voortrekken; gunstig gezind zijn)
🔗 In elk geval werden zij bevoordeeld en kregen goede proviand.
(aandeel; portie; rantsoen; taks)
share
;
🔗 En de blanken zouden hun deel moeten aannemen als ze de Seneca’s niet wilden kwetsen.
(band; boekdeel; volumen)
🔗 Zodra ik de gelegeheid had het te lezen, ontdekte ik dat het voldoende was voor twee delen.
(gedeelte; onderdeel; part; stuk); ;
🔗 Een deel van de staart ontbrak.
component
; ;
entry
;
flake
; ; ; ;
snippet
movement
(dorsvloer)
threshing‐floor
🔗 Op dat moment keilde hij de vork de deel over en schreeuwde dat ik weg moest wezen.
(aan; bij; naar; op; tegen; tot; naar … toe); ; ; ;
🔗 Het publiek voelde veel sympathie voor haar.
(geleden); ; ; ;
🔗 Dat was een schot voor open doel.
(aleer; alvorens; eer; vooraleer; voordat);
previous to
🔗 Denk dus wel na vóór u begint.
(aan; door; met; om; uit; van; vanwege; wegens); ; ; ;
🔗 Moet ik dan betalen voor mijn goede daden?
(groef; rimpel; vore)
furrow
🔗 Het zaad ligt in de voren, de oogst zal ongetwijfeld mooi zijn.
(aan; jegens; met; om; op; te; tot; bij); ;
🔗 In 2020 ging het land ook al bankroet, voor de tweede keer in nog geen twintig jaar.
(om; op; ten behoeve van; ter wille van);
🔗 Kun jij die voor ons krijgen?
(binnen; tot; tot aan; naar; tot op)
(aan; jegens; met; tegen; tegenover; op);
🔗 En niemand is er immuun voor.
(aan; in; met; naar; omtrent; op; over; van); ;
🔗 Maak een uitzondering voor hoogopgeleiden.
(goedkoop)
🔗 Zij profiteren juist van de automobilist die op zoek is naar voordelige benzine.
(goedkoop)
cheaply
malmultekoste
(goedkoop)
cheaply
malkare
profitable
profita
(lonend; profijtelijk; rendabel; winstgevend)
profitable
avantaĝe
🔗 We hopen haar voordelig uit te huwelijken.

NederlandsEngels
voordeel advantage; asset; avail; benefit; boot; catch; commodity; favour; gain; gainings; good; improvement; interest; lucre; mileage; profit; selling‐point; start; upside; vantage
dat heeft zijn voordeel there is an advantage in that
in het voordeel van to the advantage of
in het voordeel zijn van be an advantage to
in zijn voordeel veranderen change for the better
met voordeel profitably; with advantage
ten voordeel strekken be to advantage; benefit; be beneficial to; be all to the good
ten voordele van for the benefit of
tot voordeel strekken benefit; be all to the good; be beneficial to; be to advantage
voordeel hebben van derive advantage from; profit by
voordeel trekken van turn to account; turn to good account; profit by; take advantage of
voordeel van de twijfel benefit of the doubt
zijn voordeel doen met gain from; profit by; take advantage of; turn to account; turn to good account
zonder voordeel without profit
bevoordelen favour; advantage
deel allowance; apanage; board; cut; dividend; divvy; dole; lot; moiety; movement; part; portion; proportion; quota; volume; section; share; slice; deal; threshing‐floor; whack
voor afore; ahead; ahead of; at; before; by; chase; ere; for; furrow; in advance of; in consideration of; in return for; in the case of; previous to; prior to; pro; to; toward; towards; unto; this side of; in front of; in the way of; off; ago; from; in favour of; in the cause of; in; in front; fast
voordeelregel advantage rule
voordeeltje windfall
voordelig advantageous; advantageously; beneficial; beneficially; budget; economical; gainful; lucrative; profitable; profitably; remunerative; to advantage; cheap; low‐budget