Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord krijgen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(verkrijgen; op de kop tikken; in bezit krijgen)
(bekomen; genieten; ontvangen); ; ;
🔗 Maar hij kreeg geen antwoord.
(bekomen)
(inhalen)
(oplopen)
get finished
(opvangen; pakken; vangen; vatten)
engulf
;
swallow up
;
grasp
(herwinnen);
🔗 Maar nu het mij weer mogelijk was snel te vertrekken, herkreeg ik mijn moed.
(oorlog)
🔗 Het voeren van de krijg werd gehinderd door de alom aanwezige modder.
get back
🔗 De banken krijgen vaak als eerste hun geld terug.
(uittrekken); ; ;
put down
;
read out
finlegi
(verwerven); ; ; ;
🔗 De manier waarop ik het verkregen heb, was al voldoende om me onder alle dieven ter wereld beroemd te maken.
(krijgen; in bezit krijgen)
;
🔗 De Amerikanen gaan de Fransen in Mali helpen met het verkrijgen van inlichtingen.

NederlandsEngels
krijgen acquire; catch; catch hold of; come at; come by; come down with; come in for; derive; develop; draw; elicit; gain; get; get hold of; get out; grab hold of; have; have coming; lay hold of; meet with; obtain; pick up; procure; put forth; receipt; receive; seize hold of; send forth; send out; sustain; take; take hold of
er genoeg krijgen van krijgen have enough of it; have got enough of it; get tired of it
het koud krijgen begin to feel cold
het uit iemand krijgen get it out of somebody; draw it from somebody
het warm krijgen begin to feel hot
het zijne krijgen come by one’s own
hoeveel krijgt u van me? how much do I owe you?; how much is it?
iets te horen krijgen get to hear of something
iets te zien krijgen get to see something
ik kan hem er niet toe krijgen I cannot get him to do it; I cannot make him do it
ik zal je krijgen! I’ll make you pay for it!
trachten iemand te spreken te krijgen try to see something
afkrijgen get finished; take; take down; get off; get out
beetkrijgen catch
binnenkrijgen get in; get down
doorkrijgen cotton on; get through; see through
herkrijgen pick up; recover; regain; reobtain; resume; get back
inkrijgen get in; get down
klaarkrijgen complete; finish; get ready
krijg war
liefkrijgen get to like; grow to like; grow fond of
loskrijgen pry; get loose; extract; wangle
meekrijgen bring in
opkrijgen be set
tandenkrijgen dentition; teething
terugkrijgen get back; recover; recovery
thuiskrijgen get home; get delivered
toekrijgen get shut; succeed in shutting; get into the bargain
uitkrijgen get off; get through
verkrijgen acquire; attain; come at; come by; compass; derive; gain; get; obtain; procure; secure; win
voorkrijgen receive