Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord come last
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(derive; originate; result; stem; spring) | ; het gevolg zijn van ; ; ; | deveni |
🔗 I came to be alone. | ||
(advance; approach; come on; accost) | ; gaan naar ; ; ; | |
; | ||
🔗 I’ve come to live with you. | ||
🔗 But spring did not come, you say? | ||
(continue; hold) | daŭradi | |
🔗 But he only has fuel to last about a week. | ||
(continue; endure; keep on; persist; wear; go on) | ; ; ; | |
🔗 And this is the key question: how long will her success last? | ||
(continue) | ||
(final; hindmost; latest; latter; ultimate) | ||
(past; passed; over) | ; | |
(final; conclusive; ultimate) | ; ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
come last | ⇆ achteraankomen |
come | ⇆ aanbreken; ⇆ aankomen; ⇆ aanstaande; ⇆ er bijkomen; ⇆ klaarkomen; ⇆ kom op; ⇆ komaan; ⇆ komen; ⇆ komen opzetten; ⇆ kop op; ⇆ opkomen; ⇆ uitkomen; ⇆ verschijnen; ⇆ worden; ⇆ óverkomen |
last | ⇆ aanhouden; ⇆ als laatste; ⇆ blijven duren; ⇆ duren; ⇆ goed blijven; ⇆ halen; ⇆ het laatst; ⇆ het uithouden; ⇆ in stand blijven; ⇆ jongstleden; ⇆ laatst; ⇆ laatste; ⇆ laatstelijk; ⇆ laatstleden; ⇆ lading; ⇆ lang meegaan; ⇆ last; ⇆ leest; ⇆ lest; ⇆ meegaan; ⇆ meest recente; ⇆ nieuwste; ⇆ scheepslading; ⇆ schoenleest; ⇆ standhouden; ⇆ ten laatste; ⇆ ten slotte; ⇆ verleden; ⇆ voortduren; ⇆ vorig; ⇆ vracht |