Synoniemen: een orgasme krijgen, klaarkomen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈkomə(n)/ |
---|
Afbreking | ko·men |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) kom | (ik) kwam |
(jij) komt | (jij) kwam |
(hij) komt | (hij) kwam |
(wij) komen | (wij) kwamen |
(jullie) komen | (jullie) kwamen |
(gij) komt | (gij) kwaamt |
(zij) komen | (zij) kwamen |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) kome | (dat ik) kwame |
(dat jij) kome | (dat jij) kwame |
(dat hij) kome | (dat hij) kwame |
(dat wij) komen | (dat wij) kwamen |
(dat jullie) komen | (dat jullie) kwamen |
(dat gij) komet | (dat gij) kwamet |
(dat zij) komen | (dat zij) kwamen |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
kom | komt |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
komend, komende | (zijn) gekomen |