Informatie over het woord komen (Nederlands → Esperanto: orgasmi)

Synoniemen: een orgasme krijgen, klaarkomen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkomə(n)/
Afbrekingko·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kom(ik) kwam
(jij) komt(jij) kwam
(hij) komt(hij) kwam
(wij) komen(wij) kwamen
(jullie) komen(jullie) kwamen
(gij) komt(gij) kwaamt
(zij) komen(zij) kwamen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) kome(dat ik) kwame
(dat jij) kome(dat jij) kwame
(dat hij) kome(dat hij) kwame
(dat wij) komen(dat wij) kwamen
(dat jullie) komen(dat jullie) kwamen
(dat gij) komet(dat gij) kwamet
(dat zij) komen(dat zij) kwamen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
komkomt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
komend, komende(zijn) gekomen

Voorbeelden van gebruik

„Ik kom” schreeuwt hij en meteen spuit hij zijn zaad in haar kut.

Vertalingen

Afrikaanskom
Engelscome
Esperantoorgasmi