Nederlands–Afrikaanse woordeboek
Afrikaanse vertaling van die Nederlandse woord breken
Nederlands | Afrikaans (onregstreeks vertaal) | Esperanto |
---|---|---|
(dóórbreken; stukbreken; verbreken) | ||
🔗 Hij brak de stok in tweeën en gooide de stukken op het vuur. | ||
(afbreken; knappen; stukgaan) | ; | |
🔗 De deur brak in stukken. | ||
(breuk; fractuur; verbreking) | ||
🔗 Het dier brak de nek van de man en sleurde hem naar buiten. | ||
(beginnen; intreden) | ; | |
🔗 Er breken moeilijke tijden aan. | ||
🔗 Het was duidelijk dat het aanbreken van de dag hem geen vreugde bracht. | ||
(opendoen; openen; openmaken; openstellen; openslaan) | ||
🔗 Nisbet stond op en brak een nieuwe kruik aan. | ||
(breken; stukgaan) | ; | |
🔗 Maar hier en daar waren er kleine stukjes afgebroken. | ||
(opbreken; opheffen; ophouden met; staken; stelpen; stoppen; stopzetten) | ||
(ophouden; stoppen; uitscheiden) | ||
🔗 De muziek brak onmiddellijk af. | ||
(hefboom; koevoet) | ||
🔗 Uit zijn rechterhand gleed een breekijzer. | ||
(breken; stukbreken; verbreken) | ||
eniri perforte | ||
🔗 Ik heb ergens ingebroken. | ||
(in de rede vallen; interrumperen; schorsen) | ||
🔗 Wat is er nu zo belangrijk dat je mijn massage ervoor moet onderbreken? | ||
(mankeren) | ||
🔗 Jammer genoeg ontbraken de details. | ||
🔗 Moed ontbreekt hem niet. | ||
(afbreken; opheffen) | ||
(breken; dóórbreken; verbreken) | ||
(breken; dóórbreken; stukbreken) | ||
🔗 Verbreek de keten niet! |